ECLI:NL:PHR:2012:BW6206
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Silvis
- Rechtspraak.nl
Vertraging in verzending bloedmonster en bewijswaardering in verkeerszaak
In deze zaak gaat het om de vraag of de vertraging in de verzending van een bloedmonster, dat 11 dagen na afname door de politie naar het NFI is gestuurd, invloed heeft op de bewijswaardering in een strafzaak. De verdachte was eerder door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroordeeld voor het rijden onder invloed van alcohol, wat leidde tot een ongeval waarbij een ander lichamelijk letsel is toegebracht. De verdediging voerde aan dat de voorschriften van het alcoholonderzoek niet in acht zijn genomen, omdat het bloedmonster niet 'zonder uitstel' was verzonden, zoals vereist door de Wegenverkeerswet 1994. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het bloedmonster als 'zonder uitstel' verzonden kan worden beschouwd, gezien de lange vertraging. Dit oordeel is niet begrijpelijk en onvoldoende onderbouwd. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie waarin een vertraging van enkele dagen acceptabel werd geacht, maar in dit geval was de vertraging te lang en niet goed gemotiveerd door het Hof. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat het arrest van het Hof moet worden vernietigd en de zaak moet worden terugverwezen voor een nieuwe beoordeling. De zaak benadrukt het belang van het naleven van wettelijke voorschriften bij alcoholonderzoeken en de gevolgen van vertraging in de bewijsvoering.