1 Het hof maakt een onderscheid tussen algemene en bijzondere voorwaarden, maar de wet kent dat onderscheid voor TBS met voorwaarden niet: het zijn allemaal bijzondere voorwaarden, met (inmiddels) uitzondering van de identificatieplicht die aan art. 38, eerste lid, Sr is toegevoegd (Stb. 2009, 317), iwtr. per 1 oktober 2010 (Stb. 2010, 152).
2 Bedoeld zal wel zijn: ongeoorloofd afwezig, NJ.
3 Handboek Strafzaken 53.3.7 van G.R.C. Veurink, mede onder verwijzing naar Van den Berg en Harte, De TBS met voorwaarden, Sancties 2001 (1), p. 24-25.
4 Wet van 1 juli 2010 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden (Aanpassingen tbs met voorwaarden), Stb. 2010, 270.
5 De duur van de gevangenisstraf die in combinatie met TBS met voorwaarden kan worden opgelegd is bij deze wetswijziging verhoogd van drie naar vijf jaar, de rechter kan onmiddellijke tenuitvoerlegging van de maatregel bevelen, de duur van de TBS met voorwaarden is verhoogd van vier tot negen jaar en er is een mogelijkheid ingevoerd tot tijdelijke crisisopname zonder dat sprake is van omzetting in TBS met dwangverpleging. De mogelijkheid tot tijdelijke crisisopname betreft de enige voorwaarde waarbij instemming van de terbeschikkinggestelde niet is vereist. Het vierde lid van art. 38a, Sr is komen te vervallen zonder dat overigens de daarin opgesomde beperkingen rechtens zijn vervallen. Vgl. SDU Commentaar Strafrecht, nr. 26, C.4.2 van P. de Bruin; en hierna, punt 10.
6 Indien geen overgangsrecht zou zijn bepaald, zou overigens geen sprake zijn van toepassing van de nieuwe bepalingen, omdat de wijziging geen voor verzoeker gunstiger sanctierecht betreft (vgl. HR 11 oktober 2011, LJN BQ8193; HR 12 juli 2011, LJN BP6878).
7 Vgl. Handboek Strafzaken, 53.3.9.a.
8 "TBS met voorwaarden", Aanwijzing nr. 2000A017,
Stcrt. 5 december 2000, nr. 236, p. 8.
9 Indien TBS met dwangverpleging wordt gevorderd en de rechtbank TBS met voorwaarden overweegt, wordt de officier van Justitie (of de A-G bij het hof) aanbevolen de rechtbank (of het hof) om aanhouding van de zaak te verzoeken, zodat de reclassering op last van het OM een advies kan uitbrengen over de daaraan te stellen voorwaarden. Niet blijkt overigens dat dit in de onderhavige zaak is gebeurd.
10 Wet van 17 november 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling (Stb. 2011, 545).
11 Kamerstukken Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 319, nr. 3, p. 20-21, 23. Op p. 23 wordt voor deze wijziging van art. 38a Sr naar de toelichting op p. 21-22 verwezen.
12 Vgl. de conclusie van mijn ambtgenoot Vellinga bij HR 31 januari 2006, LJN AU8295 (HR 81 RO), alsmede § 22 e.v. in de conclusie van mijn ambtgenoot Vellinga bij HR 15 december 2009, LJN BK2116 over de toelaatbaarheid van de bijzondere voorwaarde zich niet binnen 100 meter van het huis van het slachtoffer te begeven (HR in zoverre 81 RO).
13 HR 6 november 2007, LJN BA7918, NJ 2008, 33 m.nt.
Reijntjes en HR 25 november 2008, LJN BF0836, NJ 2009, 320 m.nt. Keijzer.
14 Vgl. HR 6 november 2007, LJN BA7918, NJ 2008, 33 en HR 26 november 1968, NJ 1970, 123.
In het nieuwe Wetboek van Strafrecht van Curaçao is in de paragraaf Ontzetting van rechten (boek 1, § 11) voorzien in een uitreis- en inreisverbod:
"d. het recht om enig land of openbaar lichaam van het Koninkrijk, waar de schuldige zijn woonplaats heeft, uit te reizen, dan wel het recht tot het inreizen in enig land of openbaar lichaam van het Koninkrijk" (art. 1.64, eerste lid, aanhef en sub d, voorlopige nummering). De dadelijke uitvoerbaarheid van deze ontzegging kan worden bevolen (vijfde lid).
Het Wetboek van Strafrecht is vastgesteld bij Landsverordening van 2 november 2011 (PB 2011, 48) en op 15 november 2011 in werking getreden (PB 2011, 49).
De ontzetting van rechten is een bijkomende straf (art. 1.11); bij de in dat wetboek nieuwe tbs-maatregel worden voor de tbs zonder verpleging slechts enkele voorwaarden geëxpliciteerd (art. 1.87, eerste lid).
15 Zie F. Vellinga-Schootstra & W.H. Vellinga, "Positive obligations" en het Nederlandse straf(proces)- recht, Oraties Groningen, 2008; P.H.P.H.M.C. van Kempen, Repressie door mensenrechten, Oratie Nijmegen, 2008.