1 Ontleend aan rov. 4 van het arrest van het gerechtshof Arnhem van 13 april 2010 i.v.m. rov. 2.1 t/m 2.7 van het vonnis van de rechtbank Zutphen, sector kanton, van 6 april 2009, tenzij anders vermeld.
2 Ontleend aan rov. 5.2 van het arrest van het hof.
3 Zie rov. 3.2 van het vonnis van de kantonrechter.
4 Zie de dagvaarding van 9 juli 2010, hersteld bij exploten van 19 juli 2010, 18 oktober 2010 en 10 november 2010.
5 Het hof verwijst naar art. 9 van de op de huurovereenkomst van toepassing verklaarde Algemene Huurvoorwaarden d.d. 12 maart 2004 (overgelegd als prod. 1 bij CvA).
6 Zie over dit onderwerp: M.C.E. van der Vleuten, Appartementsrecht en woningcorporaties: welke knelpunten zijn er in de praktijk?, TvP 2009/4, p. 110-118.
7 Art. 9 KNB Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten 1992 (hierna: Modelreglement 1992) rekent de buitengevels tot de gemeenschappelijke gedeelten en zaken. Idem art. 17 KNB Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten 2006 (hierna: Modelreglement 2006).
8 MvT bij de Wet herziening appartementsrecht (Stb. 1972, 467), TK 1970-1971, 10 987, nr. 3, p. 17.
9 Zie over art. 5:120 lid 2 BW: Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2008, nr. 510, 511; Mon. BW B29 (Mertens) 2006, nr. 33; losbl. Zakelijke rechten (Gerver), art. 120, aant. 4.
10 Mon. BW B29 (Mertens) 2006, nr. 33.
11 TK 1970-1971, 10 987, nr. 3, p. 17 (m.b.t. art. 876c BW (oud), de voorganger van art. 5:128 BW).
12 Zie over art. 5:128 lid 2 BW: Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2008, nr. 513; Mon. BW B29 (Mertens) 2006, nr. 33.
13 Zie art. 44 Modelreglement 1992 en art. 59 Modelreglement 2006.
14 In die zin Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2008, nr. 446, 513; R.F.H. Mertens, Regeling van appartementsrechten in een huishoudelijk reglement (I), WPNR 6129, 1994, p. 230 l.k., en (II), WPNR 6188, 1995, p. 496 l.k.
15 Mon. BW B29 (Mertens) 2006, nr. 15; R.F.H. Mertens, WPNR 6129, 1994, p. 230-232, en WPNR 6188, 1995, p. 495-498. HR 8 oktober 1993, LJN ZC1089, NJ 1993/778; HR 10 maart 1995, LJN ZC1667, NJ 1996/595 m.nt. WMK; HR 10 maart 1995, LJN ZC1666, NJ 1996/594 (m.nt. WMK onder NJ 1996/595).
16 Ook art. 24 Modelreglement 1992 en art. 35 Modelreglement 2006 berusten op deze driedeling, waarover deze conclusie onder 2.9.
17 Zie over art. 59 Modelreglement 2006: Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2008, nr. 447, 466.
18 Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2008, nr. 513; losbl. Zakelijke rechten (Gerver), art. 120, aant. 4; art. 124, aant. 5; art. 128, aant. 2; Pitlo/Reehuis, Heisterkamp, Goederenrecht (2006), nr. 716.
19 Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2008, nr. 506.
20 S.J.M. Verhoeven, Verhuurder klem tussen andere eigenaars en huurder, TvHB, 2004, p. 105-106. Zie ook M.C.E. van der Vleuten, TvP 2009/4, p. 110-111.
21 Prod. 2 bij inleidende dagvaarding.
22 Zie rov. 2.3 van het vonnis van de kantonrechter (aangehaald in deze conclusie onder 1.4).
23 In art. 14.2 van de in casu toepasselijke Standaard Algemene Huurvoorwaarden is bepaald dat de huurder verplicht is de uit de splitsingsakte, statuten en reglementen voortvloeiende voorschriften omtrent het gebruik in acht te nemen. Deze bepaling is echter geen onderwerp geweest van het debat in de feitelijke instanties.
24 Rov. 4 van het arrest i.v.m. rov. 2.3 van het vonnis (aangehaald onder 1.4).
25 Het hof respondeert hiermee kennelijk op het verweer van [eiser] c.s. dat De Woonplaats niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat volgens de eigen stellingen van De Woonplaats zij geen eigenares is van de buitengevel (MvA sub 2, 6; pleitnota d.d. 12 februari 2010, sub 1) en de buitengevel geen onderdeel uitmaakt van het gehuurde (MvA sub 5).
26 Zie ook s.t. onder 9.