1 Ontleend aan rov. 4.1 van het arrest van het hof 's-Hertogenbosch d.d. 26 januari 2010 i.v.m. rov. 3.1 van het vonnis van de rechtbank Breda d.d. 2 januari 2008, tenzij anders vermeld.
2 Aan prod. 5 bij CvA (p. 2) valt te ontlenen dat [A] tot eind 2004 directeur was van MKB en tevens voorzitter van IMG.
3 Blijkens de cassatiedagvaarding zijn de vennootschappen inmiddels juridisch gefuseerd met Euretco als verkrijgende vennootschap en Euretco Wonen als verdwenen vennootschap. In eerste aanleg heeft Euretco Wonen zich in het rechtsgeding tussen [verweerster] en Euretco gevoegd aan de zijde van gedaagde Euretco. Beide vennootschappen waren vervolgens geïntimeerde in hoger beroep.
4 In de processtukken ook wel genoemd (de) Mandemakers (Groep).
5 Prod. 4 bij Akte houdende overlegging producties d.d. 19 oktober 2005.
6 Prod. 2 bij CvA.
7 Prod. 1 bij Akte houdende overlegging producties d.d. 19 oktober 2005.
8 Ontleend aan prod. 1 bij Akte houdende overlegging producties d.d. 19 oktober 2005, p. 3 e.v..
9 Zie prod. 1 bij Akte houdende overlegging producties d.d. 19 oktober 2005, p. 2, onder 'Koopprijs': "De koopprijs bedraagt (...) € 2.700.000,00 (...) Ter zake van gemelde koopprijs ad (...) € 2.700.000,00 (...) zijn partijen overeengekomen dat verkoper van het recht op deze koopprijs afstand doet, onder de verplichting voor koper om aan verkoper wegens ter leen ontvangen gelden een bedrag, gelijk aan voormelde koopprijs schuldig te erkennen. De comparante sub 2 erkent bij deze namens koper voormeld bedrag ad (...) € 2.700.000,00 (...) wegens geldlening aan verkoper schuldig te zijn. De voorwaarden van de geldlening zijn vermeld in een aan deze akte gehechte onderhandse akte. De comparante sub 1 neemt vorenstaande schuldigerkenning namens verkoper aan. (...)"
10 Prod. 2 bij Akte houdende overlegging producties d.d. 19 oktober 2005.
11 Dit komt neer op een bedrag van € 11.250,- per maand.
12 Prod 3 bij CvA.
13 Prod. 3 bij Akte houdende overlegging producties d.d. 19 oktober 2005.
14 Prod. 5 bij CvA.
15 D.w.z.: het totale 80%-belang dat Euretco Wonen vanaf 12 november 2004 bezat (zie deze conclusie onder 2.1.11)
16 Zie art. 5.6 van de koopovereenkomst, herhaald in art. 7 van de notariële akte van levering.
17 Bij CvR sub 100-105 heeft [verweerster] gesteld wegens tekortschieten in de verplichtingen ex art. 5.5 en 5.4 van de leveringsakte een schade van € 1.070.000,- te hebben geleden, op grond waarvan zij haar vordering heeft vermeerderd met € 570.000, zijnde het surplus van de reeds bij dagvaarding gevorderde boete ex art. 7 sub 5.6 van de leveringsakte.
18 De cassatiedagvaarding is uitgebracht op 26 april 2010.
19 Vgl. o.m. C.A. Streefkerk, Schuldeisersverzuim, Mon. BW B32c (2006), nrs. 12, 21.
20 Verwezen wordt naar CvA sub 78 en 94; CvD sub 86 en 87; MvA sub 53 en 121.
21 Zie CvR sub 44-45.
22 Deze stelling wordt niet aangetroffen in de overige in het subonderdeel (zie voetnoot 20) vermelde vindplaatsen.
23 Zie ook s.t. zijdens Euretco onder 3.1.
24 Zie HR 10 juli 2009, LJN BI3408, NJ 2010, 496 m.nt. JBMV; HR 23 september 2005, LJN AT2620, NJ 2006, 100; HR 14 januari 2000, LJN AA4279, NJ 2000, 307 m.nt. JBMV; HR 23 januari 1998, LJN ZC2555, NJ 1999, 97 m.nt. JBMV. Zie voorts o.m. Verbintenissenrecht (Den Tonkelaar), art. 213, aant. 58; Rechtshandeling en Overeenkomst, 2010 (Valk), p. 332; M.J. van Laarhoven, Samenhang in rechtsverhoudingen (2006), p. 90-94.
25 MvAII, Parl. Gesch. Boek 6, p. 913.
26 Rechtshandeling en overeenkomst, 2010 (Van Dam), p. 207.
27 Zie de verwijzing naar het gestelde in CvA onder 1.B.2 en 1.B.3.
28 Dit verweer is door het hof verworpen in rov. 4.7.6.
29 Dit verweer is door het hof verworpen in rov. 4.7.5.
30 Asser Procesrecht/Veegens-Korthals Altes-Groen (2005), nr. 122.
31 Parl. Gesch. Boek 6, p. 998-999.
32 C.E. Streefkerk, Opschortingsrechten, Mon. BW B32b, 2006, nr. 9 sub b.
33 Zulks lijkt voor het eerst, en daarmee tardief, te worden onderkend in s.t. zijdens Euretco onder 4.1.
34 In deze conclusie aangehaald onder 3.2.
35 De dagvaarding verwijst kennelijk abusievelijk naar MvA sub 77.
36 Inl. dagv. sub 10.
37 Verwezen wordt naar CvA sub 85-87; CvD sub 202 (abusievelijk wordt vermeld 203) en 205, en MvA sub 99-102.
38 Zie ook cassatiedagvaarding p. 13 bovenaan.
39 Zie ook s.t. zijdens Euretco onder 5.3.
40 Verwezen wordt naar CvA sub 40.
41 Zie o.m. HR 23 oktober 1998, LJN ZC2753, 114.
42 HR 14 oktober 2005, LJN AT6830, NJ 2006, 620; HR 23 oktober 1998, LJN ZC2753, NJ 1999, 114; HR 10 oktober 1997, LJN ZC2452, NJ 1998, 473 m.nt. JBMV; HR 15 september 1995, LJN ZC1806, NJ 1996, 20; HR 22 juni 1984, LJN AG4836, NJ 1984, 754. Vgl. HR 30 juni 1978, LJN AC6322, NJ 1978, 614 m.nt. WHH, en HR 9 juni 1972, LJN AB4264, NJ 1972, 379 m.nt. DJV.
43 HR 30 juni 1978, LJN AC6322, NJ 1978, 614 m.nt. WHH.
44 H.J. Snijders, Civiel appel, 2009, nr. 178.
45 HR 6 oktober 2000, LJN AA7360, NJ 2001, 186.