ECLI:NL:PHR:2012:BT2693
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Beslag op inbeslaggenomen auto en eigendomsrecht
In deze zaak gaat het om een beklag tegen de inbeslagneming van een BMW X5. Klager stelt eigenaar te zijn van de auto die onder X inbeslag is genomen. De Rechtbank heeft het klaagschrift ongegrond verklaard, waarbij zij heeft overwogen dat klager als rechthebbende kan worden aangemerkt. Echter, door de wijze van overdracht van de auto en de gemaakte afspraken is de eigendom bij X of diens vriendin komen te liggen. De Rechtbank heeft haar beslissing niet voldoende gemotiveerd, wat leidt tot onduidelijkheid over de eigendomssituatie.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft in zijn conclusie aangegeven dat de Rechtbank niet duidelijk heeft gemaakt hoe de eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden. Klager had een overeenkomst met [betrokkene 1] waarbij hij de BMW X5 zou kopen en [betrokkene 1] zou hem introduceren in de racerij. De Rechtbank laat in het midden of het beslag is gelegd op basis van artikel 94 of 94a van het Wetboek van Strafvordering, maar concludeert dat klager niet als rechthebbende kan worden aangemerkt.
De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de motivering van de Rechtbank niet begrijpelijk is, vooral omdat de uitlatingen van klager suggereren dat er een verrekening zou plaatsvinden. De Rechtbank heeft de aard van deze verrekening niet toegelicht, wat de onduidelijkheid vergroot. Het middel van cassatie dat door klager is ingediend, slaagt, en de conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking en verwijzing naar het gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling van het beklag.