ECLI:NL:PHR:2011:BU1264
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging van kinderalimentatie wegens gewijzigde omstandigheden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van kinderalimentatie op basis van gewijzigde omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 1:401 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De man, verzoeker tot cassatie, heeft een affectieve relatie gehad met de vrouw, waaruit twee kinderen zijn geboren. De rechtbank Utrecht heeft in 2008 de kinderalimentatie vastgesteld op € 180,- per kind per maand, afhankelijk van de aflossing van een schuld aan de Gemeentelijke Kredietbank. De man is in 2008 hertrouwd en heeft in 2009 een WW-uitkering ontvangen. In 2009 heeft hij de rechtbank verzocht om de kinderalimentatie te wijzigen naar nihil, wat door de rechtbank werd afgewezen. Het gerechtshof Amsterdam heeft de beschikking van de rechtbank deels vernietigd en de alimentatie verlaagd naar € 67,33 per kind per maand. De man heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak, waarbij hij aanvoert dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat hij onvoldoende inspanningen heeft verricht om werk te vinden na zijn WW-periode. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de man niet tot cassatie kunnen leiden. Het hof heeft terecht geoordeeld dat de man, ondanks zijn zorgtaken, in staat is om te werken en dat zijn inkomensdaling niet kan leiden tot een vermindering van de draagkracht. De conclusie van de Advocaat-Generaal is om het cassatieberoep te verwerpen.