ECLI:NL:PHR:2011:BT6899
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. L. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating tot schuldsaneringsregeling en beoordeling van betalingscapaciteit
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsanering door de rechtbank Alkmaar. De rechtbank heeft op 23 september 2010 geoordeeld dat de verzoekster, hierna aangeduid als [verzoekster], niet verkeert in de uitzichtloze schuldensituatie die vereist is voor toelating tot de schuldsanering. De rechtbank stelde vast dat het enkele feit dat [verzoekster] nog jaren bezig zal zijn met het terugbetalen van haar schulden, niet voldoende is om aan te nemen dat zij niet meer in staat is haar schulden te betalen.
[Verzoekster] heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld bij het hof te Amsterdam, dat de zaak op 28 januari 2011 heeft behandeld. In het arrest van 11 februari 2011 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. [Verzoekster] heeft vervolgens tijdig beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft in deze zaak de vraag behandeld of het hof de juiste maatstaf heeft aangelegd bij de beoordeling van de betalingscapaciteit van [verzoekster].
De Hoge Raad concludeert dat het hof de juiste maatstaf heeft gehanteerd, zoals vastgelegd in artikel 288 lid 1 onder a van de Faillissementswet (Fw). Dit artikel bepaalt dat het verzoek tot toelating tot de schuldsanering wordt toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden. De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht heeft vastgesteld dat [verzoekster] niet heeft aangetoond dat zij niet meer in staat is haar schulden te betalen. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en bevestigt daarmee de eerdere uitspraken van de rechtbank en het hof.