ECLI:NL:PHR:2011:BQ7064
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van eiswijziging na pleidooi in hoger beroep en uitleg koopovereenkomst
In deze zaak gaat het om de vraag of het hof tijdens de pleidooizitting in appel ambtshalve de vraag mocht opwerpen of de tussen partijen gesloten koopovereenkomst, gelet op artikel 3:84 lid 3 BW, wel tot overdracht had geleid. De zaak betreft een geschil tussen Ru-Pro Holding B.V. en de eisers tot cassatie, [Eiseres 1] en [Eiser 2]. De eisers zijn aandeelhouders van Embas B.V., die activa van Ru-Pro heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat de eiswijziging die door Ru-Pro werd ingediend, toelaatbaar was, omdat deze volgde op een vraag die het hof ambtshalve had opgeworpen. Het hof heeft geoordeeld dat de Aanvullende overeenkomst in strijd is met artikel 3:84 lid 3 BW, waardoor de levering van het bedrijfspand ongeldig is geworden. Dit heeft geleid tot de conclusie dat Ru-Pro de volledige koopsom van de verkoop aan een derde partij toekomt, minus het bedrag dat door de eisers onverschuldigd is betaald. De Hoge Raad bevestigt dat het hof de grenzen van de rechtsstrijd heeft overschreden door ambtshalve de vraag naar de geldigheid van de koopovereenkomst aan de orde te stellen, aangezien deze kwestie niet eerder door partijen was opgeworpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de zaak moet worden vernietigd en verwezen.