ECLI:NL:PHR:2011:BP9040
Parket bij de Hoge Raad
- mr. De Vries Lentsch-Kostense
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing in familierechtelijke context
In deze zaak is in cassatie beroep ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof 's-Gravenhage van 3 februari 2010. Dit hof heeft de beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 24 juli 2009 bekrachtigd, waarin de ondertoezichtstelling van de minderjarigen, kinderen van de verzoekster tot cassatie (de moeder), werd verlengd. De minderjarigen, [kind 1] en [kind 2], zijn respectievelijk geboren in 1993 en 1997. De rechtbank heeft de ondertoezichtstelling verlengd met ingang van 29 juli 2009 tot 1 juli 2010, met behoud van de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming (SGJ), die optreedt namens de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden (BJZ). Daarnaast is de machtiging tot uithuisplaatsing voor dezelfde periode verlengd. De rechtbank heeft ook het verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing, die de contacten tussen haar en de minderjarigen beperkte, afgewezen.
De moeder heeft tijdig cassatieberoep ingesteld, maar de verweerster in cassatie heeft geen verweerschrift ingediend. Aangezien de geldigheidsduur van de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing op 1 juli 2010 is verstreken, heeft de moeder geen belang meer bij haar cassatieberoep. Dit leidt tot de conclusie dat het cassatieberoep wegens gebrek aan belang dient te worden verworpen. De conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad strekt tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij wordt verwezen naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad.