1 Zie de bestreden beschikking onder 2.1 - 2.4, hier verkort weergegeven.
2 Deze afkorting staat voor: Centrale Administratie voor Voorzieningen op het gebied van de gezondheids- en welzijnszorg. De stichting heeft zich bij brief van 10 november 2009 bereid verklaard.
3 Zie de 'onderbouwing van het verzoek' als bijlage bij het inleidend verzoekschrift. De stellingen zijn door de kantonrechter samengevat op blz. 2 van zijn beschikking.
4 Rubriek 5.b van het inleidend verzoekschrift.
5 Zie voor dit laatste: MvA, Kamerstukken II 1979/80, 15 350, nr. 5, blz. 10; zie alinea 2.6 hierna.
6 Cassatierekest blz. 4.
7 Volledigheidshalve: de term 'handicap' is een sleutelbegrip in het door Nederland nog niet geratificeerde Verdrag van New York van 13 december 2006, Trb. 2007, 169, inzake de rechten van personen met een handicap. Art. 1 van dat verdrag bepaalt in de Nederlandse vertaling: "(...) Personen met een handicap omvat personen met langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving".
8 MvT, Kamerstukken II 1978/79, 15 350, nr. 3, blz. 12.
9 MvA, Kamerstukken II 1979/80, 15 350, nr. 5, blz. 10.
10 Nota n.a.v. het eindverslag, Kamerstukken II 1979/80, 15 350, nr. 8, blz. 1 - 2. Personen- en familierecht, losbl., aant. 1.7 op art. 1:431 (I. Jansen).
11 Personen- en familierecht, losbl., aant. 4 op titel 1.19 BW (I. Jansen); MvT, Kamerstukken II 1978/79, 15 350, nr. 3, blz. 10-11. Zie voor een vergelijking tussen ondercuratelestelling en onderbewindstelling ook: HR 1 juli 1983, NJ 1984, 181 m.nt. EAAL, rov. 3.4 en 3.5.
12 In het aanvullend cassatierekest is vergeefs naar voren gebracht dat deze vaststelling door het hof niet in deze vorm is terug te vinden in het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in hoger beroep. De rechter is bij de vaststelling in zijn beschikking van het verhandelde ter terechtzitting niet gebonden aan het proces-verbaal: HR 21 januari 1994, NJ 1994, 335; HR 2 april 1999, NJ 1999, 656; HR 16 april 2004, NJ 2004, 425.
13 De toelichting op deze klacht wijst op de nota n.a.v. het eindverslag, Kamerstukken II 1979/80, 15 350, nr. 8, blz. 1-2; zie alinea 2.14 hierna.
14 P. Clausing, Het bewind ter bescherming van meerderjarigen, WPNR 5476 en 5477 (1976), i.h.b. blz. 258.
15 MvA, Kamerstukken II 1979/80, 15 350, nr. 5, blz. 2.
16 Kamerstukken II 1979/80, 15 350, nr. 8, blz. 1-2.
17 De aanbevelingen zijn te raadplegen via www.rechtspraak.nl/landelijke regelingen.
18 Ambtshalve merk ik op dat steun voor het standpunt van betrokkene had kunnen worden gevonden in Recommendation No. R (99) 4 van het comité van ministers van de Raad van Europa "on principles concerning the legal protection of incapable adults d.d. 23 februari 1999 (te raadplegen via www.coe.int). Tot de "procedural principles" behoort aanbeveling 12 lid 2: "No measure of protection which restricts the legal capacity of an incapable adult should be taken unless the person taking the measure has seen the adult or is personally satisfied as to the adult's condition and an up-to-date report from at least one suitable qualified expert has been submitted. The report should be in writing or recorded in writing." De aanbevelingen, gericht tot de lidstaten van de Raad van Europa, zijn echter geen recht in de zin van art. 79 R.O.
19 Zie bijv. HR 24 oktober 1997, NJ 1998, 68 en HR 5 oktober 2001, NJ 2001, 651.