ECLI:NL:PHR:2011:BP2464
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Herroeping van vonnissen op basis van valsheid in stukken en de rol van de eiser in de oorspronkelijke procedure
In deze zaak gaat het om de vraag of de rechtbank op goede gronden een vordering tot herroeping ex artikel 382 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) heeft afgewezen. De eiser, die in coma was geraakt na een ongeval, had een vordering ingesteld om eerdere vonnissen te herroepen die hem hoofdelijk hadden veroordeeld tot betaling aan Diplomat Kunststof Kozijnen B.V. De eiser stelde dat hij niet op de hoogte was van de tegen hem ingestelde procedures en dat de overeenkomst met Diplomat valselijk op zijn naam was opgemaakt door zijn vader, die een vervalste handtekening had geplaatst. De rechtbank oordeelde dat de eiser redelijkerwijs in staat had moeten zijn om de valsheid van de overeenkomst tijdig te keren, omdat hij op de hoogte was van de gepretendeerde vorderingen, zoals blijkt uit een factuur en een sommatiebrief die aan hem waren verzonden. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet had voldaan aan de vereisten voor herroeping, omdat hij niet tijdig verweer had gevoerd tegen de vorderingen van Diplomat. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de rechtbank niet onjuist had geoordeeld over de bekendheid van de eiser met de procedures en de gepretendeerde vorderingen. De conclusie van de Advocaat-Generaal was dat de vordering tot herroeping niet kon slagen, omdat de eiser niet had aangetoond dat hij niet in staat was om de valsheid tijdig te keren. De zaak benadrukt het belang van tijdige actie door de eiser in civiele procedures, vooral wanneer er sprake is van bedrog of valsheid in stukken.