1 Rechtbank Arnhem 26 januari 2010, nr. 08/03331, LJN BM1637, V-N 2010/23.1.4, NTFR 2010/1313, met commentaar Rozendal.
2 Toevoeging PJW: uit de gedingstukken volgt mijns inziens dat de door de Rechtbank weergegeven verdeling van het nominale aandelenkapitaal juist is, maar niet correct voor wat betreft de verdeling van het aantal aandelen. De Rechtbank maakt voorts geen melding van het bestaan van verschillende klassen aandelen, noch van de verschillen daartussen in gerechtigdheid tot de winst. Nu hierover in cassatie niet wordt geklaagd en deze discrepantie mijns inziens geen invloed op de uitkomst van deze procedure kan hebben, laat ik dit rusten.
3 PJW: zie voor de juiste berekening van de belastbare winst onderdeel 3.1 hierna.
4 Motivering van het cassatieberoepschrift de dato 6 april 2010, blz. 1-3.
5 Dat (ook) dit punt in cassatie (nog) in geschil is, leid ik af uit de eerste boven geciteerde paragraaf van het cassatieberoepschrift (de belanghebbende acht zowel de stemrechtverhouding in D NV als die in X BV doorslaggevend), uit de tweede geciteerde paragraaf ("geen van de drie aandeelhouders van X [heeft] überhaupt stemrecht (...) op de vergadering van aandeelhouders" en de laatste boven geciteerde paragraaf.
6 Kamerstukken I 2009/10, 31 058, nr. A (Gewijzigd voorstel van wet).
7 Kamerstukken II 2006/07, 31 058 (Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht).
8 Kamerstukken II 1995/96, 24 696, nr. 3 (MvT), blz. 27 (Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken van de fiscale infrastructuur). Art. 15ad Wet Vpb is de opvolger van art. 15 (4) en (5) Wet Vpb zoals deze bepalingen golden onder het oude regime fiscale eenheid tot 1 januari 2003.
9 Kamerstukken II 1995/96, 24 696, nr. 3 (MvT), blz. 28 (Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken van de fiscale infrastructuur).
10 Kamerstukken II 1995/96, 24 696, nr. 3 (MvT), blz. 11 (Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken van de fiscale infrastructuur).
11 HR 5 februari 2010, nr. 08/04451, LJN BI8506, na conclusie Wattel, BNB 2010/148, met noot Van Straaten, V-N 2010/10.25, NTFR 2010/361, met commentaar Rozendal, FED 2010/77, met noot Zwemmer. De conclusie had ook betrekking op de zaken HR 5 februari 2010, nr. 08/04453, LJN BI8509 en HR 5 februari 2010, nr. 08/04454, LJN BI8516.
12 Gerechtshof Arnhem, nr. 07/00410, LJN BF3166, NTFR 2008/2040.
13 NTFR 2010/361.
14 De conclusies zijn gepubliceerd in V-N 2009/32.21, V-N 2009/32.22, V-N 2009/32.23 en NTFR 2009/1428.
15 Voetnoot in het origineel: "Bevestigend Cursus Belastingrecht, a.w., onderdeel 2.2.3.E.d2, en Van der Geld, t.a.p., p. 148."
16 Kamerstukken II 1996/97, 24 696, nr. 5 (NnavV), blz. 35 (Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken van de fiscale infrastructuur).
17 In het Belastingplan 2011 is voorgesteld om - gezien de twijfels van de Europese Commissie over verenigbaarheid van een optionele rentebox met het staatssteunverbod en de risico's die een verplichte rentebox voor het Nederlandse vestigingsklimaat zou meebrengen - de voor de optionele rentebox gereserveerde gelden structureel anders in te zetten voor het bedrijfsleven, door het structureel maken van de verlengde schijf van het MKB-tarief en verlaging van het algemene tarief naar 25%. Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 3 (MvT), blz. 10 (Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011)).
18 Kamerstukken I 2006/07, 30 572, nr. C (MvA), blz. 7 (Wijziging van belastingwetten ter realisering van de doelstelling uit de nota "Werken aan winst" (Wet werken aan winst)).
19 O.C.R. Marres, Winstdrainage door renteaftrek (Artikel 10a Wet op de vennootschapsbelasting 1969 na 'Werken aan winst'), Kluwer: Deventer 2008, blz. 196 en 198-200.
20 Kamerstukken II 1986/87, 19 968, nr. 3 (MvT), blz. 11 (Herziening van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting); Kamerstukken II 1989/90, 19 968, nr. 41c (MvA), blz. 10 (Herziening van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting); Kamerstukken II 1995/96, 24 696, nr. 5 (NnavV), blz. 35 (Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken van de fiscale infrastructuur); Kamerstukken II 2000/01, 27 030, nr. 6 (NnavV)), blz. 23 (Wijziging van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Natuurschoonwet 1928, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Coördinatiewet Sociale Verzekering) en Kamerstukken II 2006/07, 30 572, nr. C (MvA), blz. 7 (Wijzing van belastingwetten ter realisering van de doelstelling uit de nota "Werken aan winst" (Wet werken aan winst).
21 O.C.R. Marres, t.a.p., blz. 200-201.
22 NTFR 2010/1313.
23 J. van Strien, Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer 2007, blz. 306.
24 J. van Strien, t.a.p., blz. 306.
25 J. van Strien, t.a.p., blz. 310.
26 J. van Strien, t.a.p., blz. 310.
27 J. van Strien, t.a.p., blz. 311.
28 S.F.M. Niekel, 'Het begrip 'belang' als criterium voor verbondenheid bij vennootschappen', WFR 1998/557, blz. 562-563.
29 J. Hoogendoorn, 'Het voorgestelde art. 10a Wet Vpb. 1969: reparatie uitholling of uitbreiding belastinggrondslag?', FED 1996/432, blz. 1510.
30 De Inspecteur heeft gesteld dat het ontbreken van stemrecht niet ter zake doet; zie zijn verweerschrift, blz. 6.
31 Wel heeft de Inspecteur bij verweer subsidiair het standpunt ingenomen dat H door de werking van de prefs/winstverdeling een nog groter belang heeft in D NV dan 41%, namelijk 55%.
32 Kamerstukken II 1995/96, 24 696, nr. 3 (MvT), blz. 27 (Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken van de fiscale infrastructuur).
33 S.A.W.J. Strik en N.H. de Vries, Cursus Belastingrecht (Vennootschapsbelasting), Gouda Quint, losbladig en electronisch, onderdeel 2.2.3.E.d2.
34 J.A.G. van der Geld, De herziene deelnemingsvrijstelling met name in internationale verhoudingen, Deventer: Kluwer 1990, blz. 148.
35 Art. 29e Algemene wet inzake rijksbelastingen spreekt sinds de invoering van de tweede feitelijke instantie in de belastingrechtspraak van verwijzen naar een gerechtshof of een rechtbank. Tot 31 december 2004 voorzag de wet alleen verwijzing naar een gerechtshof. Daarom moet mijns inziens in geval van vernietiging in sprongcassatie worden verwezen naar een (andere) rechtbank. Aldus HR 26 februari 2010, nr. 43 670bis (Passenheim-Van Schoot), na conclusie Wattel, BNB 2010/200, met noot Albert.