1 Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (hierna: GDT), PB L 256, blz. 1.
2 Zie bijvoorbeeld het tot de gedingstukken behorende Certificate of Analysis/Origin van E (opgenomen bij bijlage IV van het verweerschrift in de procedure voor de rechtbank). De kopie van de aangifte voor het vrije verkeer van 9 december 2004 (bijlage VII bij het verweerschrift in de procedure voor de rechtbank) vermeldde - vóór verificatie - als goederenomschrijving 'Bovine transferrin. Iron poor (APO)'.
3 Bijlage VI bij het hoger beroepschrift. Belanghebbende bevestigt in het verweerschrift in de procedure bij Hof Amsterdam dat de door de Inspecteur overgelegde bijlage VI bij het verweerschrift bij Hof Amsterdam betrekking heeft op het in geding zijnde product. Deze productbrochure is van E, de producent van de bloedalbumine. Daaraan voegt belanghebbende toe dat deze omschrijving van bijlage VI dateert van 2003 en dat deze inmiddels is aangepast en meer specifiek is.
4 Het product met catalogusnummer 3225 is het product met een Ph van 7.0. Het onderhavige product betreft deze variant.
5 Deze commerciële facturen zijn volgens de Staatssecretaris (cassatieberoepschrift) als bijlage VIII bij het verweerschrift van de Inspecteur bij de procedure bij de Rechtbank overgelegd. De factuur d.d. 6 december 2004 is tevens als bijlage XIV bij het hoger beroepschrift overgelegd. Ik trof de factuur d.d. 6 december 2004 aan als bijlage VII bij het verweerschrift bij de procedure bij de Rechtbank en de factuur d.d. 25 maart 2004 als bijlage IV bij het verweerschrift.
6 De inspecteur van de Belastingdienst/ P.
7 Ondanks dat zij in de aangifte goederencode 3002 10 10 van de GN (voor goederen van welke post een nultarief gold (en geldt) had vermeld, bepleit zij in de procedure bij de Rechtbank dat de bloedalbumine onder postonderverdeling 3002 10 99 van de GN moet worden ingedeeld. Voor goederen die onder die postonderverdeling worden gerangschikt gold en geldt evenzeer een tarief van 0%.
8 Zie omtrent de verhoudingen tussen het GS (internationale productnomenclatuur opgezet bij het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen. De GS wordt voor verschillende doeleinden gebruikt waaronder bij onderhandelingen in het kader van de WHO) en de GN (de EU-nomenclatuur). D.G. van Vliet en E.N. Punt, Douanerechten, Kluwer, Deventer, 2001, blz. 130-132 en B.J.B. Boersma, A.P. van Breukelen en G.H.A.M. Koevoets, Heffingsgrondslagen in het douanerecht, classificatie, douanewaarde & oorsprong, Sdu Uitgevers, Den Haag, 2009, blz. 19 -23.
9 Thans op grond van artikel 19 VEU het van het Hof van Justitie van de Europese Unie deel uitmakende Hof van Justitie. De gebezigde afkorting 'HvJ' ziet zowel op arresten die gewezen zijn toen het Hof van Justitie nog 'van de Europese Gemeenschappen' was als op rechtspraak die het HvJ als onderdeel van het HvJ EU heeft gewezen.
10 In dezelfde zin onder meer HvJ 26 september 2000, Eru Portuguesa, C-42/99, punt 13, HvJ 4 maart 2004, Krings, C-130/02, punt 28, HvJ 8 juni 2006, Sachsenmilch, C-196/05, punt 22, HvJ 13 juli 2006, Uroplasty, C-514/04, DR 2006/79 m.nt. Koedijk, punt 40 en HvJ 19 april 2007, Sunshine, C-229/06, punt 26. Zie ook mijn conclusie van 1 juli 2008 voor het arrest van de Hoge Raad van 9 oktober 2009, nr. 07/12605, LJN BD9216, BNB 2009/303.
11 Overwegingen als hier geparafraseerd komen voor in vele arresten over de indeling van goederen. Ik verwijs - zonder volledigheid na te streven - naar de arresten van het HvJ van 4 maart 2004, Krings, C-130/02, punt 28; van 17 maart 2005, Ikegami, C-467/03, DR 2005/66 m.nt. Possen, punt 17 dat van 13 juni 2006, Anagram, C-14/05, DR 2007/21 m.nt. Hesselink, punt 20, van 27 september 2007, Medion en Canon, gev. zaken C-208/06 en C-209/06, DR 2008/59, punt 36, van 5 juni 2008, JVC France SAS, C-312/07, DR 2008/59, punten 33 en 34; en van 18 juni 2009, Kloosterboer, C-173/08, DR 2009/56 m.nt. Hesselink, punten 24 en 25.
12 En wel op grond van Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001, PB L 279, blz. 1 voor het jaar 2002, op grond van Verordening (EG) nr. 1832/2002 van de Commissie van 1 augustus 2002, PB L 290, blz.1 voor het jaar 2003 en op grond van Verordening (EG) nr. 1789/2003 van de Commissie van 11 september 2003, PB L 281, blz. 1 voor het jaar 2004.
13 MvH: In de Engelstalige versie wordt de term 'prepared for' gehanteerd.
14 De huidige GS-toelichting wijkt op een aantal punten af van de destijds geldende GS-toelichting op GS 2002. Om die reden is hier de Engelse versie van de officiële publicatie opgenomen zoals deze gold tijdens de periode waarop de onderhavige zaak betrekking heeft.
15 MvH: de in deze GS-toelichting cursief geciteerde zinsnedes zijn in de officiële publicatie vetgedrukt.
16 MvH: Dit is cursief in de officiële publicatie.
17 Zie Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001, PB L 279, blz. 1 voor het jaar 2002, Verordening (EG) nr. 1832/2002 van de Commissie van 1 augustus 2002, PB L 290, blz. 1 voor het jaar 2003 en Verordening (EG) nr. 1789/2003 van de Commissie van 11 september 2003, PB L 281, blz. 1 voor het jaar 2004.
18 Zoals voor de onderhavige jaren omschreven in Verordening (EG) nr. 2031/2001, Verordening (EG) nr. 1832/2002 en Verordening (EG) nr. 1789/2003.
19 MvH: de in deze GS-toelichting cursief geciteerde zinsnedes zijn in de officiële publicatie vetgedrukt.
20 De voor indeling in postonderverdeling 3002 19 99 van de GN vereiste therapeutische of profylactische gebruik bloedalbumine is niet opgenomen in de tekst van de post, maar volgt rechtstreeks uit het gestelde in Aantekening 1, onderdeel g op hoofdstuk 30 (aangehaald in 5.2.2) en Aantekening 1, onderdeel b, op hoofdstuk 35 (zie 5.3.3), waaruit die voorwaarde blijkt.
21 Als we een voertuig omschrijven als een gestel op wielen of glijvlakken dat dient en bepaaldelijk gebouwd is voor het brengen van goederen of personen van de ene naar de andere plaats, dan blijkt dat we ook deze term niet kunnen abstraheren van de bestemming (het vervoer). In zoverre is het voorbeeld niet helemaal goed; de strekking zal evenwel duidelijk zijn.
22 Het voorbeeld heb ik ontleend aan het arrest van het HvJ van 11 januari 2007, B.A.S. Trucks, C-400/05. De tekst van de in die zaak in geschil zijnde tariefpost luidde overigens 'dumpers ontworpen voor gebruik in het terrein'. In dit kader kan ook verwezen worden naar het arrest van het HvJ van 6 december 2007, Van Landeghem, C-486/06. Daarin was de uitlegging aan de orde van de tariefpost (8703) in welke post 'voertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer' kunnen worden ingedeeld.
23 Volledigheidshalve wijs ik hier op het arrest van het HvJ van 15 februari 2007, RUMA, C-183/06, DR 2007/25 m. nt. Possen. Daarin lijkt het HvJ voor de indeling (het ging daar om de indeling van toetsenbordfolie voor een mobiele telefoon) beslissend te achten dat ieder ander gebruik dan als onderdeel van die telefoon was uitgesloten. In mijn conclusie van 11 juli 2008 voor het arrest van de Hoge Raad van 9 oktober 2009, nr. 07/12605, LJN BD9216, BNB 2009/303 (warmtedekens) merkte ik reeds op (punt 5.3.17) dat de soep niet zo heet gegeten moet worden als het arrest RUMA suggereert, nu de arresten Thyssen en B.A.S. een andere suggestie wekken.
24 In punt 6.1 van zijn uitspraak heeft het Hof vastgesteld dat deze stelling van belanghebbende door de Inspecteur onvoldoende weersproken is.