ECLI:NL:PHR:2011:BO4930
Parket bij de Hoge Raad
- mr. Wuisman
- Rechtspraak.nl
Verhouding tussen schuldeisers en de verplichting tot zekerheidstelling in het burgerlijk recht
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Marexion B.V. en Baboprint B.V. over de verplichting tot het stellen van zekerheid in het kader van een samenwerkingsovereenkomst. Marexion, actief in e-business drukwerk, en Baboprint, gespecialiseerd in softwareontwikkeling, hebben in 2006 een Letter of Intent (LOI) ondertekend voor de ontwikkeling van specifieke software. Na een vertrouwensbreuk in 2008 heeft Baboprint de afspraken uit de LOI buitengerechtelijk ontbonden en de toegang van Marexion tot de software beëindigd. Marexion heeft hierop een kort geding aangespannen om haar gebruiksrecht op de software te herstellen. De voorzieningenrechter heeft in eerste instantie in het voordeel van Marexion beslist, maar Baboprint ging in hoger beroep.
Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft in zijn arrest van 26 mei 2009 de vordering van Marexion in conventie toegewezen tot 31 december 2008, maar de reconventionele vordering van Baboprint afgewezen. Baboprint heeft vervolgens een zekerheidstelling door Marexion gevorderd, wat door het hof werd toegewezen. Marexion heeft cassatie ingesteld tegen deze beslissing, waarbij zij aanvoert dat er geen wettelijke of contractuele basis is voor de verplichting tot het stellen van zekerheid.
De Hoge Raad oordeelt dat de verplichting tot het stellen van zekerheid niet kan worden aangenomen zonder een wettelijke of contractuele grondslag. De redelijkheid en billijkheid, zoals bedoeld in de artikelen 6:2 en 6:248 BW, bieden geen basis voor een dergelijke verplichting. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en stelt dat er geen verplichting bestaat voor Marexion om zekerheid te stellen aan Baboprint. Dit arrest benadrukt het gesloten stelsel van dwangmiddelen en middelen tot bewaring van recht in het burgerlijk recht.