ECLI:NL:PHR:2010:BO4929
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. P. Vlas
- Rechtspraak.nl
Erkenning van buitenlands arbitraal vonnis en de bindendheid daarvan in Nederland
In deze zaak gaat het om de erkenning van een buitenlands arbitraal vonnis in Nederland, specifiek een Zweeds arbitraal (tussen)vonnis. De verzoekster tot cassatie, Vastint Holding B.V., heeft op basis van een overeenkomst naar Zweeds recht een arbitrageprocedure opgestart tegen de verweerders, die ook uit Polen afkomstig zijn. De arbitrage heeft geleid tot een vonnis, maar er ontstond onenigheid over de bindendheid van dit vonnis, aangezien Vastint aanvoerde dat het vonnis geen einduitspraak betreft en dus niet voor erkenning in aanmerking komt. De Hoge Raad oordeelt dat de stelling dat het arbitraal vonnis niet voor erkenning in aanmerking komt, niet voor het eerst in cassatie kan worden aangevoerd. Dit is in lijn met artikel 79 lid 1 RO, dat bepaalt dat de rechter ambtshalve moet toetsen of een vonnis aan de voorwaarden voor erkenning voldoet. De Hoge Raad bevestigt dat de vraag of een arbitraal vonnis bindend is, niet de openbare orde raakt, en dat de rechter deze vraag niet ambtshalve hoeft te toetsen. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat het cassatieberoep van Vastint moet worden verworpen, omdat de argumenten niet voldoende zijn onderbouwd en de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven.