Nr. 09/00159
Mr. Vellinga
Zitting: 21 september 2010
1. Verdachte is door het Gerechtshof te Arnhem wegens "een gegevensdrager, bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, terwijl hij van het plegen van het misdrijf een gewoonte heeft gemaakt" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Voorts bevat het arrest een bijkomende beslissing met betrekking tot het beslag, een en ander als in het arrest vermeld.
2. Namens verdachte heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, twee middelen van cassatie voorgesteld.
3. Het eerste middel klaagt dat het bewezenverklaarde 'gewoonte maken' niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid omdat daaruit niet blijkt van pluraliteit van handelen noch van het stukje bij beetje verzamelen van de onder de verdachte aangetroffen afbeeldingen.
4. Het Hof heeft ten laste van verdachte bewezenverklaard dat:
"hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 2004 tot en met 3 april 2007 te Nijmegen een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van een misdrijf omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, immers heeft hij, verdachte, (telkens) (een) gegevensdrager(s) - te weten een externe harde schijf en een harde schijf van een computer en/of CD-Roms inhoudende ongeveer 41.213, multimediafiles - bevattende afbeeldingen (foto's en filmfragmenten) van seksuele gedragingen, waarbij personen zijn betrokken en/of schijnbaar zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, in bezit gehad, bestaande die afgebeelde seksuele gedragingen in algemene zin telkens uit (een) geheel of gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarig(e) jongen(s) en/of meisje(s) dat/die
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat diens/hun geslachtsde(e)l(en) en/of anus(sen) nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- door een penis en/of vinger(s) in de vagina en/of anus en/of mond gepenetreerd wordt/worden;
van welke afgebeelde seksuele gedraging(en) een selectie - zakelijk weergegeven - bestaat uit (pag. 51 tot en met 63 van het dossier):
- filmfragmenten (nummers 2, 3, 4, 7 en 8) van geheel of gedeeltelijk ontklede meisjes met een geschatte leeftijd van ongeveer 3 tot 7 jaar oud, die onder andere in de mond en/of vagina door een verstijfde penis worden gepenetreerd en/of zichzelf vingeren en/of door een volwassene worden gevingerd en/of sperma over het lichaam heen krijgen en/of op een dusdanige wijze poseren dat de vagina's nadrukkelijk in beeld worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken, en
- filmfragment (nummer 1) van een baby die door een verstijfde penis in haar mond wordt gepenetreerd en/of die een verstijfde penis tegen haar vagina gedrukt krijgt, en/of
- filmfragment (nummer 6) van een kind met een geschatte leeftijd van ongeveer 2 tot 3 jaar oud, die door een verstijfde penis in de mond wordt gepenetreerd, en
- filmfragmenten (nummers 5, 19 en 25) van geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige meisjes in de leeftijd van ongeveer 12 tot 14 jaar oud, die door een verstijfde penis worden gepenetreerd en/of een verstijfde penis betasten en/of urineren en/of op een dusdanige wijze poseren dat de vagina's nadrukkelijk in beeld worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken, en
- foto's (nummers 10 t/m 16, 18, 20 en 22 t/m 24) van geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige meisjes in de leeftijd van 4 tot 16 jaar oud, die met de hand een verstijfde penis omklemmen en/of door een verstijfde penis in de mond worden gepenetreerd en/of op een dusdanige wijze poseren dat de vagina's nadrukkelijk in beeld worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken, en
- foto (nummer 17) van een geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige jongen in de leeftijd van 9 tot 12 jaar die in zijn anus door een verstijfde penis wordt gepenetreerd."
5. De gebezigde bewijsmiddelen houden in dat de verdachte gedurende een periode van bijna drie jaar een grote hoeveelheid pornografische afbeeldingen op de harde schijf van zijn computer en andere gegevensdragers in zijn bezit had, dat deze zorgvuldig waren gerangschikt in mappen etc. en dat dit rangschikken naar schatting een jaar in beslag moet hebben genomen.
6. Volgens de toelichting op het middel vereist het gewoonte maken een pluraliteit van feiten. In bezit hebben is een toestand die zich op zichzelf inderdaad niet leent voor plurariteit. Toch bedreigt art. 240b lid 2 Sr het gewoonte maken van in bezit hebben van - kort gezegd - een pornografische afbeelding of een gegevensdrager met pornografische afbeelding(en) met een hogere straf. Tegen deze achtergrond zou het gewoonte maken van in bezit hebben van een afbeelding of gegevensdrager reeds kunnen bestaan in het bezit van meerdere pornografische afbeeldingen of meerdere gegevensdragers met (een) pornografische afbeelding(en). De gewoonte kan ook spreken uit de duur van het bezit of de wijze waarop men het bezit verkregen heeft. Zo kan het zijn dat de verdachte de afbeeldingen stukje bij beetje heeft verzameld en hij dus steeds weer nieuwe afbeeldingen in bezit heeft gekregen, daarmee tot uitdrukking brengend dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het verzamelen, dus van het in bezit hebben van pornografische afbeeldingen.
7. In de gebezigde bewijsmiddelen ligt besloten dat verdachte de bij hem aangetroffen multimediafiles in delen heeft verzameld. Bij verdachte zijn 41.213 multimediafiles aangetroffen, opgeslagen op een groot aantal verschillende media. Dat opslaan heeft niet in één keer kunnen geschieden, noch gelet op het aantal multimediafiles noch gelet op het feit dat deze zijn opgeslagen op verschillende media. In de gebezigde bewijsmiddelen ligt dus besloten dat de verdachte de multimediafiles niet in één keer maar in delen in bezit heeft gekregen. Daarmee kan het bewezenverklaarde 'gewoonte maken' zonder meer uit de gebezigde bewijsmiddelen worden afgeleid.
8. Overigens kan het gewoonte maken van het bezit van kinderporno ook heel wel blijken uit de omstandigheid dat de verdachte die afbeeldingen niet alleen heeft verzameld maar deze ook heeft geordend. Door zo met zijn bezit bezig te zijn brengt de verdachte tot uitdrukking dat hij niet alleen de afbeeldingen van internet heeft opgehaald en opgeslagen maar het voortduren van dat bezit door dat ordenen heeft geaccentueerd en het zo levend heeft gehouden, zeker gelet op de omvang van de verzameling en de tijd die het ordenen in beslag moet hebben genomen.(1)
10. Het tweede middel klaagt over de ontoereikendheid van de strafmotivering. Deze zou verbazing wekken omdat het Hof anders dan de Rechtbank een vrijheidsstraf heeft opgelegd en ook nog wel van aanzienlijke duur, zonder deze in het licht van de uitspraak van de Rechtbank toereikend te motiveren.
11. Het Hof heeft de opgelegde vrijheidsstraf als volgt gemotiveerd:
"De officier van justitie heeft geëist dat verdachte wordt veroordeeld wegens - kort gezegd - het in het bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd dat verdachte reeds in verzekering heeft doorgebracht.
De rechtbank Arnhem heeft de verdachte veroordeeld wegens - kort gezegd - het in het bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 240 uren indien niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen jeugddetentie, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld wegens - kort gezegd - het in het bezit hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd dat verdachte reeds in verzekering heeft doorgebracht.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft gedurende een periode die zich uitstrekte van 1 juni 2004 tot en met 3 april 2007 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit gehad. Die kinderpornografische afbeeldingen, die gedownload waren van internet, heeft verdachte in mappen op zijn computer en/of externe harde schijven geplaatst. Ook heeft hij een hoeveelheid afbeeldingen overgezet op CD-roms.
Verdachte heeft door zich met deze praktijken in te laten de distributie van dit zeer schadelijke materiaal mede in stand heeft gehouden. Verdachte is daardoor indirect betrokken bij en medeverantwoordelijk voor het seksueel misbruik van jeugdigen waarmee de vervaardiging van kinderporno gepaard gaat. Het bezit van kinderporno is ook strafwaardig omdat er ernstig inbreuk wordt gemaakt op de lichamelijke integriteit van de afgebeelde kinderen, hetgeen - naar algemeen bekend is - op latere leeftijd bij deze kinderen veelal psychische klachten veroorzaakt.
Het hof is van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidstraf op zijn plaats is, enerzijds om de ernst van de normschending te onderstrepen en anderzijds omdat verdachte zich daaraan over een lange periode heeft schuldig gemaakt. Het verweer dat het hem daarbij niet ging om enige vorm van lustbeleving, neemt niet weg dat hij afnemer was van een zeer groot aantal kinderpornografische afbeeldingen.
Bij de bepaling van de strafmaat heeft het hof verder rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze bij het onderzoek ter terechtzitting zijn gebleken en zoals deze uit de omtrent verdachte door de Reclassering Nederland, Unit Nijmegen, opgemaakt voorlichtingsrapport van 27 maart 2008, de psychologische rapportage van mw. drs. P.K. Kristensen van 31 maart 2008 en de psychiatrische rapportage van drs. J.M.J.F. Offermans, psychiater, van 2 april 2008, naar voren zijn gekomen.
Op grond van het bovenstaande is het hof van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is, waarbij het voorwaardelijk deel dient als waarschuwing voor verdachte om zich voortaan te onthouden van het plegen van strafbare feiten als de onderhavige.
Het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Zij worden door het hof beschouwd als een gezamenlijkheid van voorwerpen. Zij zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien zij als gezamenlijkheid van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Waar de tot deze gezamenlijkheid behorende harde schijven niet zonder meer kunnen worden afgezonderd van dit geheel, wordt het verzoek om teruggave aan verdachte van die onderdelen afgewezen."
12. De Rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot - kort gezegd - een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met een proeftijd van 2 jaar, en een werkstraf voor de duur van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis en deze straffen als volgt gemotiveerd:
"Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
* de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
* de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 8 maart 2008;
- een pro justitia rapportage opgemaakt door drs. P.K. Kristensen, gezondheidspsycholoog en J.M.J.F. Offermans, psychiater, respectievelijk d.d. 31 maart 2008 en 2 april 2008; en
- een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, gedateerd 27 maart 2008, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Anders dan het louter op de richtlijnen voor de soort zaken als deze zaak gebaseerde betoog van de officier van justitie die daardoor op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden uitkomt, is de rechtbank van oordeel dat die strikte toepassing voorbij gaat aan de nuances die in deze zaak en ten aanzien van deze verdachte een allesbepalende rol behoren te spelen.
Immers in de rapporten van de deskundigen Kristensen en Offermans is het volgende te lezen:
"Forensische psychologische beschouwingen
(...)
Betrokkene heeft de neiging zich in bepaalde onderwerpen vast te bijten, perfectionistisch te zijn zodat hij het punt van stoppen niet herkent. Hij wil graag misstanden aan de kaak stellen. Toch is sprake van een verminderd vermogen om de situatie naar zijn hand te zetten. Hierdoor neigt hij tot uitstellen van daadwerkelijke actie. Voor het bestaan van seksuele perversie of lustbeleving ten aanzien van kinderporno bij betrokkene zijn absoluut geen aanwijzingen gevonden. Betrokkene weet tijdens het ten laste gelegde waar hij mee bezig is. Hij vindt echter dat hij vanuit zijn identiteit als journalist en maatschappijcriticus verplicht is om misstanden openbaar te maken. Hij houdt van puzzelen, het oplossen van breinkrakers en laat zich boeien door de omvang en gemak van de verspreiding van kinderporno op het internet. Hij voelt zich betrokken bij de gevaren van de huidige maatschappij en ergens droomt hij nog van een scoop (journalistieke primeur). Zijn geestelijke en lichamelijke toestand leiden in combinatie van zijn persoonlijkheid ertoe dat het realiseren van zijn ambities op dit gebied niet lukt. (...)
Beantwoording van de vraagstelling (...)
Betrokkene is niet lijdend aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. (...)
Aangezien betrokkene zijn materiaal niet langer meer in zijn bezit heeft, er van hem een schrikwekkend effect uitgaat van de huidige tenlastelegging valt niet te verwachten dat hij zich wederom zal bezig houden met het verzamelen van kinderporno. (...)
Betrokkene is bereid tot reclasseringscontact en zegt zelf ook baat te hebben bij gesprekken.
(...)
Vanuit recidivegevaar is het echter niet noodzakelijk.
"Forensische psychiatrische beschouwingen
(...)
In betr.'s persoonlijkheid komen wat dwangmatige en perfectionistische aspecten voor, die echter niet van dien aard zijn, dat voldaan wordt aan de criteria voor een persoonlijkheidsstoornis. Betr.'s levensgeschiedenis biedt evenmin steun aan een dergelijke hypothese. Bovenstaande overwegingen maken dat er psychiatrisch-diagnostisch bij betr. geen sprake is van een psychiatrische stoornis i.e.z. en evenmin van een persoonlijkheidsstoornis. Meer specifiek komen in het onderzoek verder geen aanwijzingen naar voren voor een parafilie i.e. pedofilie.
Bij het ten laste gelegde lijkt betr. zich met dezelfde gedrevenheid te hebben vastgebeten in het onderzoek naar pedofiele netwerken en uitwisselingen van kinderpornografisch materiaal als eerder bij de Centrumpartij van Hans Janmaat het geval is geweest. Ofschoon hij bij het ten laste gelegde- indien bewezen- grensoverschrijdend en in strijd met de wettelijke voorschriften te werk is gegaan, kan niet geconcludeerd worden dat dit gerelateerd is aan enige vorm van psychopathologie. (...)
Door het ontbreken van een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens kan er geen verband gelegd worden met het onderhavige ten laste gelegde, indien bewezen, zodat er ook geen uitspraak gedaan kan worden over een eventueel recidivegevaar op basis van de stoornis. (...)
Een specifiek gedragskundig advies ten aanzien van begeleiding en/of behandeling is niet geïndiceerd."
De rechtbank is van oordeel dat weliswaar niet alleen uit generaal preventief oogpunt, maar ook in speciaal preventieve zin een gevangenisstraf op zijn plaats is, enerzijds om de ernst van de normschending te onderstrepen, maar anderzijds om ook voor de verdachte duidelijk te doen zijn dat hij zeer grensoverschrijdend gedurende langere tijd bezig is geweest met het verzamelen van heel heftige kinderporno, waarbij het hem er weliswaar niet om ging daar enige vorm van lustbeleving aan te ontlenen, maar hij wel afnemer was van een heel grote hoeveelheid afschuwelijke beelden.
Gelet echter op hetgeen ten aanzien van verdachte is gebleken, zowel ter terechtzitting als uit de pro justitia rapportage, zal de rechtbank nu echter (nog) volstaan met het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf en daaraan een proeftijd van twee jaar verbinden. Voorts valt niet te ontkomen aan het opleggen van een sanctie die de verdachte daadwerkelijk confronteert met zijn zeer laakbaar grensoverschrijdend gedrag en wel in de vorm van na te noemen taakstraf."
13. Uit het voorgaande, gelezen in onderling verband en samenhang, kan worden afgeleid dat het Hof anders dan de Rechtbank in de persoon van de verdachte geen reden heeft gezien een andere straf op te leggen dan in gevallen als de onderhavige gebruikelijk. Gelet op de summiere motivering van de Rechtbank om dat wel te doen - de aangehaalde inhoud van de omtrent de persoon van de verdachte uitgebrachte rapportage biedt geen duidelijke onderbouwing van de keuze van de Rechtbank - wekt het oordeel van het Hof geen verbazing en behoeft het geen nadere motivering.
14. Het middel faalt en kan worden afgedaan met de in art. 81 RO bedoelde motivering.
15. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen waarop het bestreden arrest zou dienen te worden vernietigd.
16. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
1 Vgl. Noyon-Langemeijer-Remmelink, Het Wetboek van Strafrecht, art. 250, aant. 7 (suppl. 130, februari 2005) over een gewoonte maken.