ECLI:NL:PHR:2010:BM5115
Parket bij de Hoge Raad
- A.G. (wnd)
- Rechtspraak.nl
Herziening van beslag in het kader van strafrechtelijke onderzoeken en de motivering van de rechtbank
In deze zaak gaat het om een beklag tegen beslag dat is gelegd op een Smart Roadster, eigendom van verzoekster. De rechtbank te Amsterdam had op 1 oktober 2008 het beklag ongegrond verklaard, waarbij de verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.J. Jansen, in cassatie ging. De zaak is ontstaan uit een opsporingsonderzoek tegen de vader van verzoekster, die verdacht werd van witwassen, drugsbezit en vuurwapenbezit. In het kader van dit onderzoek zijn verschillende goederen, waaronder twee auto's, in beslag genomen. De vader had op 17 november 2006 zekerheid gesteld voor de in beslag genomen voertuigen, waarna deze op 20 november 2006 aan hem werden teruggegeven.
De kern van het geschil betreft de rechtmatigheid van de nieuwe inbeslagneming van de Smart Roadster op 21 november 2007. De rechtbank oordeelde dat de nieuwe verdenking, voortvloeiend uit het "Jawari" opsporingsonderzoek, een nieuwe inbeslagneming rechtvaardigde. De Hoge Raad herhaalt echter dat de rechtbank onvoldoende gemotiveerd heeft waarom het beslag rechtmatig was, aangezien het beslag niet in het kader van het "Jawari" project was gelegd, maar in het kader van het "Sterlet" project. De rechtbank heeft de bezwaren van de raadsman niet op de juiste wijze beoordeeld, wat leidt tot de conclusie dat de motivering van de rechtbank niet begrijpelijk is.
De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat het beroep moet worden verworpen, ondanks de onduidelijkheid in de motivering van de rechtbank. De zaak benadrukt het belang van een zorgvuldige en duidelijke motivering bij beslissingen over beslag in het strafrecht.