ECLI:NL:PHR:2010:BM4128
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Inbeslagname en teruggave van een personenauto in het kader van strafrechtelijke procedures
In deze zaak gaat het om de inbeslagname van een personenauto, merk Opel, type Astra, met kenteken [AA-00-BB], die op 4 juli 2008 door de politie is in beslag genomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar overtredingen van de Opiumwet. De klager, die stelt eigenaar te zijn van de auto, heeft een klaagschrift ingediend tegen de inbeslagname en het uitblijven van teruggave. De rechtbank te Zutphen heeft het klaagschrift op 6 november 2008 ongegrond verklaard, met de overweging dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later zal besluiten tot verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de auto. De klager heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft in deze zaak de motivering van de rechtbank beoordeeld. De rechtbank heeft zich niet expliciet uitgelaten over de vraag of de inbeslagneming is gebaseerd op artikel 94 of artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad concludeert dat de rechtbank onvoldoende gemotiveerd heeft waarom het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de auto zal verbeurdverklaren. De Hoge Raad wijst erop dat voor verbeurdverklaring vereist is dat het voorwerp aan de verdachte toebehoort, en dat de rechtbank niet heeft aangetoond dat aan deze voorwaarde is voldaan.
De Hoge Raad komt tot de slotsom dat de rechtbank in haar motivering tekort is geschoten en dat het middel gegrond is. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en beveelt de teruggave van de personenauto aan de klager. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechtbank bij beslissingen over inbeslaggenomen goederen, vooral wanneer de eigenaar van het goed zich tegen de inbeslagneming verzet.