ECLI:NL:PHR:2010:BL8796
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. G.M. van Dijk
- Mr. M.H. Ettema
- Mr. B.P. de Boer
- Mr. Knigge
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de behandeling en beschikking wegens gebrek aan openbaarheid in klaagschriftprocedure
In deze zaak, behandeld door de Hoge Raad op 12 oktober 2010, betreft het een beklagprocedure waarin de openbaarheid van de behandeling en de uitspraak centraal staat. De zaak is ingediend door een klaagster die zich op 1 april 2008 tot de Rechtbank Amsterdam wendde met een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De Rechtbank heeft op 21 augustus 2008 de behandeling van het klaagschrift in raadkamer gehouden, maar de vraag of deze behandeling in het openbaar heeft plaatsgevonden, is ter discussie komen te staan. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft in zijn conclusie opgemerkt dat er geen bewijs is dat de behandeling en de uitspraak daadwerkelijk in het openbaar zijn gedaan, ondanks de gebruikelijke praktijk bij de Rechtbank Amsterdam. Dit leidt tot de conclusie dat de behandeling en de beschikking nietig zijn, omdat niet voldaan is aan de vereisten van openbaarheid zoals voorgeschreven in de artikelen 552a en 24 van het Wetboek van Strafvordering.
De Hoge Raad oordeelt dat het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer de enige betrouwbare bron is voor de vaststelling van de procedurele waarborgen. Aangezien het proces-verbaal niet bevestigt dat de behandeling in het openbaar heeft plaatsgevonden, moet worden aangenomen dat dit niet het geval is. De conclusie van de Procureur-Generaal, die stelt dat de bestreden beschikking van de Rechtbank nietig is, wordt door de Hoge Raad overgenomen. De zaak wordt terugverwezen naar de Rechtbank voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift, waarbij de openbaarheid in acht moet worden genomen.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de openbaarheid in strafprocedures en de noodzaak voor rechters om de wettelijke vereisten strikt na te leven. De Hoge Raad bevestigt dat de niet-naleving van deze vereisten leidt tot nietigheid van de procedure en de beschikking, wat de rechtsbescherming van de betrokken partijen waarborgt.