1 Ontleend aan rov. 3.1 van het (ten deze niet) bestreden arrest.
2 LJN: BB7504, BIE 2009, nr. 62, p. 286 m.nt. A.A. Quaedvlieg.
3 Het arrest dateert van 11 oktober 2007; de cassatiedagvaarding is op 11 januari 2008 uitgebracht.
4 Zie voor deze afkorting, die door de steller van het middel wordt gebruikt, ook mijn noot onder HR 29 juni 2001, NJ 2001, 602 (Vijf spellen), nr. 14 en de conclusie voor HR 30 mei 2008, nr. C07/131, NJ 2008, 556 m.nt. EJD, IER 2008, nr. 58, p. 227 m.nt. Seignette (Zonen Endstra/ Nieuw Amsterdam c.s.), onder 4.15.2.
5 HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608 m.nt. DWFV (Romme/Van Dale), rov. 3.4. Zie ook o.m. HR 21 februari 1992, NJ 1993, 164 m.nt. JHS (MB/Mattel), rov. 4.1; HR 24 februari 2006, nr. C04/350, NJ 2007, 37 (Technip; kinetisch schema), rov. 3.4; HR 30 mei 2008 (Zonen Endstra; reeds aangehaald), rov. 4.3 en 4.5.1.
6 Vgl. bijv. Spoor/Verkade/Visser, Auteursrecht (2005), § 3.1, p. 57.
7 Tot dusverre placht te worden aangenomen dat het werkbegrip niet communautairrechtelijk geharmoniseerd is (behalve voor specifieke gevallen als computerprogramma's (Richtlijn 91/250, art. 1 lid 3), databanken (Richtlijn 96/9, art. 3 lid 1) en foto's (Richtlijn 2006/116, art. 6)). Inmiddels wordt op basis van het (na de schriftelijke toelichtingen in de onderhavige zaak 0800954HR gewezen) arrest van HvJ EG 16 juli 2009, zaak C-5/08 (Infopaq International A/S v Danske Dagblades Forening), rov. 27 en 33-37 verdedigd dat het HvJ EG niettemin geneigd zou zijn het werkbegrip uniform uit te leggen, hetgeen in voorkomend geval tot prejudiciële vragen zou kunnen c.q. dienen te leiden. Vgl. bijv. www.boek9.nl, B9 8122 (D.J.G. Visser). Wat hiervan zij ten aanzien van werken 'in het algemeen', m.i. kan dit niet opgaan voor 'modellen' in de zin van art. 1 van Richtlijn 98/71, waartoe de onderhavige GAN-armatuur gerekend moet worden. Art. 17 van Richtlijn 98/71 laat de voorwaarden voor auteursrechtelijke bescherming van modellen immers uitdrukkelijk aan de lidstaten over.
8 Reeds geciteerd.
9 Spoor/Verkade/Visser, a.w. (2005), § 3.38, p. 109-110. Zie ook Van Lingen, Auteursrecht in hoofdlijnen (2007), p. 52-53 en 65.
10 Vgl. eerder BenGH 22 mei 1987, NJ 1987, 881 m.nt. LWH (Screenoprints), rov. 40, na het verwijzingsarrest van HR 29 november 1985, NJ 1987, 880.
11 Rov. 3.3.2; overigens zonder dat die begrenzing van het auteursrecht er aan in de weg stond om auteursrechtelijke bescherming aan de geur van een parfum te ontzeggen.
12 Vgl. de noot van Spoor onder het arrest, nrs. 18-19.
13 HR 27 januari 1995, NJ 1997, 273 m.nt. ChG (Dreentegel), rov. 4.3. Vgl. ook HR 29 juni 2001, NJ 2001, 602, m.nt. DWFV (Vijf spellen), rov. 3.5.3 en HR 8 september 2006, NJ 2006, 493 (Slotermeervilla's), rov. 3.7.
14 Vgl. Spoor/Verkade/Visser, a.w. (2005), § 3.10, p. 67.
15 NJ 2001, 602 m.nt. DWFV (Vijf spellen), rov. 3.5.3.
16 CvD, nr. 8 en 17 (met verwijzing naar Spoor/Verkade/Visser, a.w. (2005), § 3.10, p. 68 en § 3.14, p. 77, waar de benadering van Quaedvliegs dissertatie van 1987 wordt beschreven).
17 Reeds geciteerd.
18 Zie CvA, nr. 7-14; CvD, nr. 9-16; Pleitnotities eerste aanleg, nr. 1 en 4; MvA, nr. 3, 11-12; Pleitnota in hoger beroep, nr. 2-3.
19 CvA, nr. 8 en 11 (met verwijzing naar productie 3); zie ook nr. 21-23 en 26-27.
20 CvR, nr. 4.3, p. 4 met verwijzing naar producties 9 t/m 15. Zie verder nr. 4.4-4.5, waar Gavita de subjectieve trekken van haar armatuur verder aantoont met behulp van verwijzingen naar de gegeven voorbeelden van de concurrerende armaturen.
21 CvD, nr. 11, 13-14. Zie ook nr. 24, 28 en 30.
22 Pleitaantekeningen eerste aanleg, nr. 3.2-3.4.
23 MvG, nr. 9, 14-15 (met verwijzing naar productie I, die 6 pagina's met foto's van verschillende assimilatielampen van andere dan partijen bevat).
24 MvA, nr. 4-11.
25 Pleitaantekeningen hoger beroep, nr. 3.4-3.5.
26 De tussen haakjes aangeduide nummering is door mij aangebracht.
27 Cassatiedagvaarding, p. 10, eerste volle alinea.
28 Vgl. hierboven, par. 3.3-3.4 en 3.12.
29 Zie Bakels/Hammerstein/Wesseling-van Gent, Hoger beroep (2009), nr. 208-209 en Hugenholtz/Heemskerk, Hoofdlijnen van Nederlands burgerlijk procesrecht (2009), nr. 87 en 150 (met verwijzing naar de rechtspraak).
30 HR 9 juli 2004, nr. C03/079, NJ 2005, 270 m.nt. DA (OZ/Roozen).
31 Bakels/Hammerstein/Wesseling-van Gent, a.w. (2009), nr. 213 en 215.
32 Akte houdende aanvulling dagvaarding van 2 februari 2005.
33 Vgl. HR 9 juli 2004, NJ 2005, 270 m.nt. DA (OZ/Roozen), rov. 3.6.
34 Zou Gavita niet tegen dit oordeel hebben gegriefd, dan valt uiteraard niet uit te sluiten dat Helle c.s. daartegen incidenteel appel zouden hebben ingesteld.
35 NJ 2008, 556, IER 2008, nr. 58, p. 227, rov. 6 en dictum.