1 Zie de beschikking van het hof Amsterdam van 20 maart 2008 onder 2.2 tot en met 2.4.
2 Het appelschrift van de vrouw bevindt zich uitsluitend in het B-dossier.
3 Het verzoekschrift tot cassatie is op 20 juni 2008 ingekomen ter griffie van de Hoge Raad.
4 Een afschrift van bedoelde advertentie in De Telegraaf van 3 januari 2008 bevindt zich uitsluitend in het A-dossier.
5 Zie de kop van de beschikking van het hof.
6 Hierbij zou het gaan om de ten tijde van het uitbrengen van het appelschrift (oktober 2007) van kracht zijnde Verordening (EG) nr. 1348/2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (Pb EG 43 (2000) nr. L 160, p. 37). Deze is ingetrokken per 13 november 2008.
7 Bijvoorbeeld: Burgerlijke Rechtsvordering, E.L. Schaafsma-Beversluis, art. 272, aant. 3 en 5, alsmede art. 277, aant. 7 en A.I.M. van Mierlo 2008, (T&C Rv), art. 272 Rv, aant. 3 onder c, beiden met verwijzing naar HR 21 december 1990, NJ 1991, 234 en HR 12 april 1991, NJ 1992, 215 m.nt. HJS.
8 A.I.M. van Mierlo 2008, (T&C Rv), art. 287 Rv, aant. 3 en Burgerlijke Rechtsvordering, E.L. Schaafsma-Beversluis, art. 277, aant. 7, beiden onder verwijzing naar de in noot 7 genoemde jurisprudentie.
9 Vgl. het verweerschrift in cassatie onder 4.
10 Asser Procesrecht/Bakels, Hammerstein & Wesseling-van Gent 4 2009, nr. 167; HR 6 oktober 2000, NJ 2001, 167 en HR 1 maart 2002, NJ 2003, 355 m.nt. HJS.
11 Volstaan wordt met de mededeling dat de regeling betreffende de verandering of vermeerdering van het verzoek (art. 283 Rv.) om redenenen van gewenste harmonisatie op dezelfde wijze is ingericht als de regeling van de verandering of vermeerdering van eis, waarvoor wordt verwezen naar (de toelichting op) art. 130 Rv. Zie MvT, Parl. Gesch. Herz. BPr., 2002, p. 446 i.v.m. p. 322 laatste al.
12 Art. 429i Rv (oud) luidde: 1. De rechter kan de verzoeker toestaan het verzoek of de gronden daarvan tijdens de loop der behandeling te veranderen of te vermeerderen, tenzij hierdoor een belanghebbende in diens mogelijkheid verweer te voeren onredelijk zou worden bemoeilijkt. 2. De rechter kan oproeping van een of meer belanghebbenden gelasten, alvorens over het verlenen van zijn toestemming te beslissen. (...).
13 A.I.M. van Mierlo 2008, (T&C Rv), art. 283 Rv, aant. 5; Burgerlijke Rechtsvordering, E.L. Schaafsma-Beversluis, art. 283, aant. 6, 7.
14 In de advertentie in de Telegraaf van 3 januari 2008 wordt de man opgeroepen "om te verschijnen (...) teneinde te worden gehoord op een verzoek van [de vrouw], strekkende tot Levensonderhoud bekend onder kenmerk (...)."
15 Vgl. Snijders/Klaassen/Meijer, Nederlands burgerlijk procesrecht, 2007, nr. 169.
16 Vgl. Ras/Hammerstein, De grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep in burgerlijke zaken, 2004, nr. 15.
17 HR 20 juni 2008, NJ 2009, 21 m.nt. JMMM en HJS (rov. 4.2.4), waarover Asser Procesrecht/Bakels, Hammerstein & Wesseling-van Gent 4 2009, nrs. 164-168.
18 Vgl. H.J. Snijders in zijn annotatie (sub 11).
19 Zie over bedoeld regime A-G Wuisman in zijn conclusie (onder 2.20 en 2.24) vóór HR 20 maart 2009, RvdW 2009, 437 en A-G Keus in zijn conclusie (onder 2.3-2.4) vóór HR 22 februari 2008, NJ 2008, 124, beiden met vermelding van jurisprudentie.
20 Aldus m.b.t. vermeerdering van verzoek na cassatie en verwijzing: HR 12 mei 2006, NJ 2006, 293 (rov. 3.3.3).
21 Deze (door de man als "(mogelijk) door de vrouw overgelegd" aangeduide) prints bevinden zich alleen in het A-dossier (inventarislijst sub 11). Hierin komt de naam voor van [de man] respectievelijk [de man] in verband met Spain holidays4u.com.