ECLI:NL:PHR:2009:BG2191
Parket bij de Hoge Raad
- M. Vellinga
- Rechtspraak.nl
Behandeling van beklag inzake teruggave inbeslaggenomen gelden en wettelijke rente
In deze zaak gaat het om een beklagprocedure die is ingediend door een klager wiens geldbedragen in beslag zijn genomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. De klager verzoekt om teruggave van de in beslag genomen gelden, alsook om vergoeding van wettelijke rente over deze bedragen. De Rechtbank heeft het beklag gegrond verklaard voor wat betreft de teruggave van de inbeslaggenomen geldbedragen, maar heeft de klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om wettelijke rente en vergoeding van proceskosten. De klager heeft vervolgens cassatie ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de Rechtbank ten onrechte het verzoek om wettelijke rente niet in behandeling heeft genomen.
De Hoge Raad overweegt dat de regeling in de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wettelijke rente toe te kennen in het kader van een beklagprocedure ex artikel 552a Sv. De Hoge Raad stelt vast dat de klager recht heeft op teruggave van de in beslag genomen gelden, inclusief de rente die gedurende het beslag is opgebouwd. De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank ten onrechte heeft beschikt over de verzoeken van de klager en dat er geen grond is voor het afwijzen van de wettelijke rente. De zaak wordt terugverwezen naar de Rechtbank voor herbehandeling van het verzoek tot betaling van de gekweekte rente en de vergoeding van proceskosten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de Hoge Raad de bestreden beschikking vernietigt en de zaak terugverwijst naar de Rechtbank. De klager heeft recht op teruggave van de in beslag genomen gelden, vermeerderd met de wettelijke rente, en de Rechtbank dient te beslissen over de vergoeding van de proceskosten.