ECLI:NL:PHR:2009:BB0708
Parket bij de Hoge Raad
- M. de Wit
- Rechtspraak.nl
Recht op teruggaaf van Nederlandse omzetbelasting door een in de EU gevestigd reisbureau
In deze zaak staat centraal of een binnen de EU gevestigd reisbureau recht heeft op teruggaaf van de in Nederland betaalde omzetbelasting. De belanghebbende, een reisbureau uit het Verenigd Koninkrijk, organiseert pakketreizen naar Nederland zonder een vaste inrichting in Nederland te hebben. De activiteiten omvatten het verzorgen van vervoer, logies en maaltijden voor klanten die een all-inclusive reis boeken. De Hoge Raad moet beoordelen of de belanghebbende recht heeft op teruggaaf van de Nederlandse omzetbelasting, waarbij de vraag opkomt of de belanghebbende één of meerdere prestaties heeft verricht en waar deze prestaties zijn geleverd. De Advocaat-Generaal concludeert dat de belanghebbende één enkele dienst heeft verricht, namelijk het aanbieden van een volledig verzorgde reis. Dit betekent dat de prestatie wordt belast in het Verenigd Koninkrijk, waar de belanghebbende is gevestigd. De A-G wijst erop dat de regeling voor reisbureaus in de Zesde richtlijn niet in de Nederlandse wetgeving is geïmplementeerd, wat van invloed is op het recht op teruggaaf. De A-G adviseert de Hoge Raad om het beroep ongegrond te verklaren, omdat de belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van de Nederlandse omzetbelasting, gezien de omstandigheden van de zaak en de relevante Europese jurisprudentie.