5. Het dossier houdt onder meer het volgende in:
- een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Roermond van 13 februari 2006, waarbij de verdachte bij verstek is veroordeeld;
- een akte van hoger beroep van 14 februari 2006, die inhoudt dat mr. Bunge namens de verdachte hoger beroep heeft ingesteld;
- een Nederlandstalige appeldagvaarding, met daaraan gehecht een akte van uitreiking. Deze akte houdt in dat de appeldagvaarding is uitgereikt aan de griffier van de rechtbank, omdat van de verdachte geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was. Onderaan de desbetreffende akte van uitreiking staat vermeld dat de Advocaat-Generaal verklaart dat de dagvaarding naar het aan de ommezijde vermelde adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. Dit adres luidt [a-straat 1], [plaats];
- een vertaling van de dagvaarding in de Duitse taal ("LADUNG DES ANGEKLAGTEN VOR DAS BERUFUNGSGERICHT"), geadresseerd aan voornoemd adres in Duitsland, waarop is aangetekend "d.d. 16-01-'07 verzonden", met daarbij een paraaf;
- een proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 25 januari 2007, dat inhoudt dat de verdachte niet is verschenen en voorts, voor zover hier van belang:
"De voorzitter deelt mede dat uit de stukken blijkt:
- dat de dagvaarding in hoger beroep op 28 november 2006 op rechtsgeldige wijze aan de verdachte is betekend middels uitreiking daarvan aan de griffier in de rechtbank 's-Hertogenbosch omdat van de verdachte geen woon- of verblijfplaats hier te lande bekend is;
- dat op 28 november 2006 deze dagvaarding als gewone brief aan de verdachte is gestuurd;
- dat op 16 januari 2007 een in de Duitse taal gesteld exemplaar van die dagvaarding aan de verdachte is gezonden.
De voorzitter deelt mede dat de Duitse vertaling van de dagvaarding niet binnen de in artikel 413 van het Wetboek van Strafvordering geregelde wettelijke termijn van 10 dagen voor de terechtzitting aan de verdachte is uitgereikt en dat - blijkens de stukken in het strafdossier - er redelijkerwijs niet van uit kan worden gegaan dat de verdachte de Nederlandse taal voldoende machtig was.
(...)
Het hof schorst het onderzoek - in het belang van de verdediging - tot de terechtzitting van 29 maart 2007 te 16.00 uur met bevel tot oproeping van de verdachte, zowel in de Nederlandse als de Duitse taal gesteld, met daarbij gevoegd de inleidende dagvaarding en de dagvaarding in hoger beroep, beide in zowel de Nederlandse als de Duitse taal gesteld."
- een oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep van 29 maart 2007 in het Nederlands en het Duits, de inleidende dagvaarding in het Nederlands en het Duits en de appeldagvaarding in het Nederlands en het Duits, met daaraan gehecht een akte van uitreiking die inhoudt dat "[d]e aan ommezijde bedoelde gerechtelijke brief" is uitgereikt aan de griffier van de rechtbank, omdat van de verdachte geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was. Onderaan de desbetreffende akte van uitreiking staat vermeld dat de Advocaat-Generaal verklaart dat "de gerechtelijke brief" op 26 februari 2007 naar het aan de ommezijde vermelde adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. Dit adres luidt [a-straat 1], [plaats]. De hiervoor genoemde Duitstalige oproeping luidt als volgt:
"BEZIRKSSTAATSANWALTSCHAFT 's-HERTOGENBOSCH
LADUNG DES ANGEKLAGTEN
VOR DAS BERUFUNGSGERICHT
Aktenzeichen
der Staatsanwaltschaft: 20.000689.06
Der Generalstaatsanwalt bei der Bezirkstaatsanwaltschaft 's-Hertogenbosch lädt
Name:[achternaam verdachte]
Vorname(n): [voornaam verdachte]
Geboren am: [geboortedatum] 1961 te [geboorteplaats]
Wohnhaft in: [plaats]
Anschrift: [a-straat 1]
am Donnerstag dem 29 maart 2007, um 16.00 Uhr zur Sitzung vor dem Gerechtshof in 's-Hertogenbosch, Leeghwaterlaan 8, zu erscheinen, um bie der näheren Verhandlung über die gegen ihn anhängige, auf (un)bestimmte Zeit ausgesetzte Strafsache anwesend zu sein.
Um Beachtung der Hinweise auf der Ruchseite dieser Ladung wird gebeten
Von Seiten des Generalstaatanwalts wird/werden kein Zeuge und Sachverständiger bzw. kein Sachverständige geladen bzw. vorgeladen.
's-Hertogenbosch, den 15 februar 2007
der Generalstaatsanwalt"
- een proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 29 maart 2007. Dit houdt in dat de verdachte niet is verschenen, dat het Hof vaststelt dat de oproeping om te verschijnen op rechtsgeldige wijze is uitgebracht, dat aan de verdachte verstek wordt verleend en dat met de behandeling van de zaak wordt voortgegaan.