ECLI:NL:PHR:2007:BA2566
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Bleichrodt
- Rechtspraak.nl
Verbetering van de strafoplegging in een Opiumwetzaak met betrekking tot cocaïnehandel
In deze zaak heeft het Hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 208 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De Hoge Raad constateert dat het Hof een kennelijke misslag heeft gemaakt in de strafoplegging, aangezien het onvoorwaardelijke gedeelte van de straf gelijk zou moeten zijn aan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De Hoge Raad leest de uitspraak van het Hof met verbetering van deze misslag, waardoor de gevangenisstraf wordt vastgesteld op 12 maanden, waarvan 269 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Dit leidt ertoe dat het middel geen feitelijke grondslag meer heeft.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verkopen en afleveren van cocaïne in Deventer, wat bijdraagt aan de handel in deze drugs en ernstige schade aan de gezondheid van personen kan toebrengen. De verdachte handelde uit winstbejag en was geen gebruiker van cocaïne. Gezien de ernst van de feiten en de rol van de verdachte, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Echter, het Hof heeft rekening gehouden met de schorsing van de voorlopige hechtenis en de eerdere strafoplegging door de rechtbank, wat heeft geleid tot de beslissing om geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die de verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De Hoge Raad heeft de conclusie dat de strafoplegging in hoger beroep, voor zover deze een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf betreft dan 91 dagen, berust op een misslag. De Procureur-Generaal heeft de Hoge Raad geadviseerd om de bestreden uitspraak te verbeteren en de straf te verminderen, terwijl het beroep voor het overige wordt verworpen.