ECLI:NL:PHR:2007:AZ5710
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Jeugdzaak met opgelegde straf hoger dan wettelijk maximum voor minderjarige verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof te Arnhem op 18 mei 2005 een verdachte veroordeeld tot achttien maanden jeugddetentie, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, voor ernstige misdrijven gepleegd toen de verdachte vijftien jaar oud was. De verdachte was ten tijde van de delicten nog geen zestien jaar, wat volgens artikel 77i, eerste lid, aanhef en onder a, Sr betekent dat de maximale jeugddetentie twaalf maanden kan bedragen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof hiermee het wettelijk maximum heeft overschreden, wat leidt tot schending van de wet. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het cassatieberoep op 26 mei 2005 is ingesteld en dat de stukken pas op 28 april 2006 bij de Hoge Raad zijn ontvangen, waardoor de inzendtermijn van acht maanden met meer dan drie maanden is overschreden. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de opgelegde straf moet worden verminderd.
De Hoge Raad heeft de gegrondheid van de middelen van cassatie bevestigd. Het hof had ten onrechte aangenomen dat er een intensief toezicht en behandeling nodig was, terwijl de feitenrechter het beste kan beoordelen of dit noodzakelijk is. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem om opnieuw te beslissen over de straftoemeting, waarbij de overschrijding van de redelijke termijn in aanmerking moet worden genomen. De conclusie van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad was dat de Hoge Raad het bestreden arrest zal vernietigen voor zover het betreft de strafoplegging.