1 Aan alle verweerders is verstek verleend.
2 Zoals vastgesteld door de rechtbank in de rov. 1.1 t/m 1.25 in het vonnis van 15 augustus 2001 en niet in hoger beroep bestreden door partijen.
3 Zie prod. 7 bij CvR.
4 Zie prod. 4 en 5 bij CvR.
5 Zie prod. 8 bij CvR.
6 Betekend aan [verweerder 1] op 4 december 1998, aan [verweerder 2] op 7 december 1998 en aan [verweerder 3] en [verweerder 4] op 8 december 1998.
7 Zie punt 5 van de Conclusie van Antwoord in het incident.
8 De cassatiedagvaarding is uitgebracht op 4 november 2005; het bestreden arrest dateert van 4 augustus 2005.
9 Zie bijv. Beijer 2005, (T&C Rv), art. 25 Rv, aant. 1.
10 Bijvoorbeeld een beroep op verjaring (art. 3:322 lid 1 BW) of op het gezag van gewijsde (art. 67 lid 3 Rv).
11 Zie bijv. HR 15 mei 1998, NJ 1998, 625 en HR 15 februari 2002, NJ 2002, 228.
12 Zie Losbladige Kluwer Burgerlijke Rechtsvordering, E.M. Wesseling-Van Gent, art. 25 aant. 4.
13 Zie Asser Procesrecht/Veegens-Korthals Altes-Groen (2005), nr. 122.
14 Zie ook Hugenholtz/Heemskerk, 'Hoofdlijnen Nederlands Burgerlijk Procesrecht', 21ste druk, nr. 151 en Snijders/Wendel, 'Civiel appel', 3de druk, nr. 187.
15 Zie HR 14 juni 2002, NJ 2003, 112 en HR 19 februari 1993, NJ 1994, 290.
16 Zie bijv. Asser-Hartkamp, 4-III, 2006, nr. 123 en Mon. NBW A21 (Samenloop), blz. 18.
17 Zie ook nr. 14 van de conclusie A-G bij dit arrest.
18 Zie bijv. HR 15 mei 1998, NJ 1998, 625 en HR 1 februari 1991, NJ 1991, 598 en HR 2 december 1983, NJ 1984, 367; in casu heeft NBW zich met betrekking tot haar vordering tegen [verweerder 2], [verweerder 3] en [verweerder 4] uitdrukkelijk op het standpunt gesteld deze vordering alleen op grond van onrechtmatige daad beoordeeld te willen zien.
19 Zie bijv. HR 4 april 2003, NJ 2003, 538, HR 29 november 2002, NJ 2003, 455 en HR 11 juni 1999, NJ 1999, 586.
20 Zie B.F. Assink en P.D. Olden, 'Over bestuurdersaansprakelijkheid - De reikwijdte van de maatstaf 'ernstig verwijt', vrijtekening en vrijwaring nader bezien', Ondernemingsrecht 2005-1, blz. 9.
21 Zie K.F. Haak/F.L. Koot (red.), 'Bewuste roekeloosheid in het privaatrecht', Kluwer, 2004, blz. 86 en B.F. Assink en P.D. Olden, 'Over bestuurdersaansprakelijkheid - De reikwijdte van de maatstaf 'ernstig verwijt', vrijtekening en vrijwaring nader bezien', Ondernemingsrecht 2005-1, blz. 11.
22 Zie aant. 1 en 2 op art. 7:661 BW in de losbladige Arbeidsovereenkomst en blz. 415 e.v. van de Parl. Gesch. BW, Inv. Boeken 3, 5 en 6.
23 Zie blz. 416 van de Parl. Gesch. BW, Inv. Boeken 3, 5 en 6.
24 Zie de MvT op art. 7:661 BW, Kamerstukken II 1993-1994, 23438, nr. 3, blz. 41.
25 Zie Parl. Gesch. BW, Boek 6, blz. 729.
26 Zie hierover C.J. Loonstra en W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, tweede druk, p. 269-270.
27 Zie voor een uitspraak waarin een ruime reikwijdte van art. 7:661 BW wordt voorgestaan: Rb Rotterdam 20 december 2001, NJ 2002, 136. Dat lijkt in het daar berechte geval juist. Een leerling matroos begeeft zich in het ruim van het schip waar hij woonde na werktijd. Er doet zich een ontploffing voor. Deze is veroorzaakt doordat de reder bepaalde veiligheidsvoorschriften niet naleefde. De reder spreekt de matroos aan. De rechtbank beslist dat de aansprakelijkheid onder het regime van art. 7: 661 BW beoordeeld dient te worden.
28 Zie voor deze ratio A-G Langemeijer in zijn conclusie voor HR 16 april 1999, NJ 1999, 548.
29 Zie het interessante geval dat berecht is door de kantonrechter Dordrecht op 27 oktober 2005 JIN 456 met noot Houweling. Het ging daar om een werknemer die zich bij wijze van een spelletje aan de strop van de takel van een hijskraan liet ophijsen en daarna door een val ernstig letsel opliep. Hij wil zijn schade op de werkgever op grond van art. 7: 658 BW verhalen. De kantonrechter besliste mijns inziens terecht dat de werknemer iets had gedaan dat niets van doen had met de werkzaamheden die hij krachtens de arbeidsovereenkomst verricht. Zie over deze problematiek ook het opstel van Loonstra, De (spannings)relatie van art. 7:658 en art. 7:611 BW, in Aansprakelijkheid in beroep, bedrijf of ambt, Serie onderneming en recht, deel 25, p. 91-112.
30 Zie K.F. Haak/F.L. Koot (red.), 'Bewuste roekeloosheid in het privaatrecht', Kluwer, 2004, blz. 91.
31 Zie B.F. Assink en P.D. Olden, 'Over bestuurdersaansprakelijkheid - De reikwijdte van de maatstaf 'ernstig verwijt', vrijtekening en vrijwaring nader bezien', Ondernemingsrecht 2005-1, blz. 13 en K.F. Haak/F.L. Koot (red.), 'Bewuste roekeloosheid in het privaatrecht', Kluwer, 2004, blz. 89.