"1. De rechtbank heeft verdachte veroordeeld ter zake van feit 2, 3 (plegen van ontuchtige handelingen met iemand die de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, meermalen gepleegd) en 4 (schuldheling) tot een gevangenisstraf van 65 dagen waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar; de vordering benadeelde partij is toegewezen tot een bedrag van E 250,--, voor het overige niet-ontvankelijk verklaard; tevens is de schadevergoedingsmaatregel opgelegd voor dat bedrag, subs. 10 dagen hechtenis. Van feit 1 is verdachte vrijgesproken, het OM is niet in appel gegaan, zodat die vrijspraak onaantastbaar is.
2. Verdachte heeft de feiten de ontucht gepleegd met [het slachtoffer], zoals onder 2 en 3 tenlastegelegd steeds ontkend. Verdachte meent dan ook dat hij ten onrechte is veroordeeld.
(...)
7. Zoals bij de meeste zedenzaken zijn hier, behalve [het slachtoffer] en verdachte, geen directe getuigen van het gebeuren. Hun verklaringen daarover staan lijnrecht tegenover elkaar. De raadsman heeft in eerste aanleg betoogd dat de voor het bewijs gebruikte verklaringen onbetrouwbaar zijn. Ik meen echter dat er verschillende factoren zijn die maken dat die verklaringen overtuigender overkomen dan de verklaringen van verdachte.
- [Het slachtoffer] legt uit waarom zij pas bij gelegenheid van het tweede incident haar moeder verteld heeft over de ontuchtige handelingen door verdachte. Zij geeft daar een plausibele verklaring voor: verdachte was een huisvriend, die door haar moeder onvoorwaardelijk vertrouwd werd. Zij ging er van uit dat haar moeder haar niet zou geloven. (Wat een goede inschatting bleek, want haar moeder geloofde haar aanvankelijk ook niet.) Verder was zij zelf ook zeer gesteld op verdachte, dat blijkt duidelijk uit haar verklaring. ("[verdachte] betekent heel veel voor mij, hij is een soort vader, een soort opa voor mij. Hij is een echt familielid.") Dat betekent dat, wanneer zij zou vertellen wat haar was overkomen, hoe dan ook, of haar moeder haar zou geloven of niet, die goede verstandhouding kapot zou gaan. [Slachtoffers] verklaring en ook die van haar zusje [getuige 1] getuigen van een loyaliteitsconflict: iets wat in dit soort zaken veel vaker voorkomt: door de aangifte wordt een relatie met iemand op wie aangevers en andere leden van de familie erg gesteld zijn ernstig verstoord. En hoe moet je als slachtoffer reageren wanneer je eigen moeder jou niet gelooft, maar wel die huisvriend? Dat dit soort overwegingen een grote aarzeling om dingen naar buiten te brengen met zich meebrengt, lijkt mij zeer aannemelijk.
Verder geeft verdachte het slachtoffer ook nog een reden voor zijn handelen: hij wilde haar laten zien wat grote jongens met een meisje kunnen doen. Dit paste weer bij het feit dat haar moeder met [verdachte] had gesproken over het feit dat [het slachtoffer] met oudere jongens omging.
- Daarnaast zijn [slachtoffers] verklaringen ook overtuigend, omdat ze het niet erger maakt dan het is: bij de RC laat ze schrappen wat niet waar is volgens haar. Dat betreft dan vooral het verhaal over het op de kop houden. Die verklaring is genoteerd aan de hand van haar handgeschreven verklaring. Wellicht heeft ze daar iets anders mee bedoeld dan er op papier staat. Bij de RC heeft zij dat in ieder geval rechtgetrokken.
- Wat ook een betrouwbare indruk maakt is dat [het slachtoffer] tweemaal hetzelfde zegt over de reden waarom verdachte haar betast: nl het grote jongens verhaal, dit vertelt zij ook aan anderen.
- Dan is ook nog absoluut onduidelijk wat het motief voor [het slachtoffer] zou moeten zijn om een dergelijke belastende verklaring tegen verdachte af te leggen. De verstandhouding was immers zeer hecht?
- Een belangrijke getuige is [getuige 3]. Zij verklaart over het tweede incident en beschrijft hoe overstuur [het slachtoffer] bij haar aan kwam bellen. Dit is eigen waarneming van deze getuige. Ook [getuige 2] heeft gezien dat [het slachtoffer] erg huilde. Zij verklaart bovendien ook nog dat wanneer [het slachtoffer] en zij het over deze incidenten hadden, dat [het slachtoffer] dan steeds moest huilen. Dat sluit ook weer aan bij de waarneming van [getuige 1] dat [het slachtoffer] emotioneel en bang was toen zij het vertelde. Een andere oorzaak voor de emoties van [het slachtoffer] op dat blijkt niet uit het dossier.
De verhouding van [getuige 3] met het gezin van [het slachtoffer] is niet erg hecht: [getuige 3] verklaart erover dat zij niet echt bevriend is met de moeder van [het slachtoffer], maar dat de dochters met elkaar omgaan. Eventuele beïnvloeding lijkt om die reden niet erg plausibel.
Dan aan de andere kant de opstelling en de verklaringen van verdachte.
- Hij komt met opdagen als de politie hem uitnodigt op het bureau. Hij maakt zich zelfs uit de voeten wanneer ze hem komen ophalen. Hij heeft daar als verklaring voor dat het te druk was op zijn werk. Ik vind dat absoluut onvoldoende plausibel: verdachte wist waar het over ging, want hij was door zijn vriendin en door [getuige 4] op de hoogte gebracht.
Desondanks komt hij geen duidelijkheid geven op het bureau. Dat is noch in zijn eigen belang, noch in het belang van [het slachtoffer]. (Ik merk op dat verdachte zich wel vrijwillig heeft gemeld voor feit 4: de heling!!)
- Dan verklaart [getuige 4] dat verdachte beloofd had dat hij naar haar toe zou komen om de zaak uit te praten, maar dat doet hij niet; zij wacht tot 02.15; hij belt midden in de nacht op dat hij zich schaamt en er nu niet over kan praten. Wanneer de RC hem hiermee confronteert dan wil hij niet zeggen of hij [getuige 4] 's nachts gebeld heeft. Bij de rechtbank heeft hij daarentegen wel verklaard dat [getuige 4] hem 's nachts gebeld had en dat zij geëmotioneerd was, dat hij haar teruggebeld heeft en naar haar toe zou komen. Hij zegt dan: maar ze was naar de politie geweest. Dat laatste lijkt mij een reden temeer om met aangeefster en haar dochter om de tafel te gaan zitten! (Handgeschreven invoeging, Kn:) Verdachte heeft hier verklaard dat hij niet bij [getuige 4] is langsgegaan, omdat ze naar de politie is gegaan. Daarnaast kan verdachte heel goed 2 x gebeld hebben.
- En waarom verklaart verdachte bij de politie dat hij wel iets had willen vertellen, maar er van af ziet?
8. Mijn conclusie is dat de verklaringen van [het slachtoffer] betrouwbaar en overtuigend overkomen. Haar verklaring wordt deels gesteund door de eigen waarneming van [getuige 1] (over het afhalen in Almere), terwijl getuigen als [getuige 1], [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 2] dezelfde belastende feiten van [het slachtoffer] hebben gehoord als in haar verklaring bij de politie staan.
Daarbij komen dan nog de waarnemingen van getuigen [getuige 3], [getuige 2], [getuige 1] en [getuige 4] dat [het slachtoffer] heel erg overstuur is vlak na het gebeuren op 16 maart 2002, en ook over het gebeuren in november 2001 en dat zij steeds weer emotioneel wordt wanneer zij het daarover heeft. Die waarnemingen komen ook betrouwbaar over en leveren het benodigde steunbewijs in aanvulling op de verklaringen van [het slachtoffer].
9. In de jurisprudentie zijn criteria ontwikkeld ten aanzien van steunbewijs in aanvulling op een sterk belastende verklaring (zoals die van [het slachtoffer]).
Uit de jurisprudentie zijn (in het kort) de volgende richtlijnen uit te distilleren:
(...)
M.i. voldoet het bewijs in deze zaak aan bovengenoemde criteria.
De feiten 2 en 3 kunnen daarom ook bewezen worden verklaard."