ECLI:NL:PHR:2005:AS4191
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen beschikking rechter-commissaris inzake procesmachtiging curator in faillissement
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van [verzoeker] tegen de beschikking van de rechter-commissaris die de curator in het faillissement van Sercle Enterprises B.V. machtigde om een procedure tegen hem in te stellen. De rechtbank had [verzoeker] in zijn beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij volgens de rechtbank niet als belanghebbende in de zin van artikel 67 lid 1 van de Faillissementswet kon worden aangemerkt. De Hoge Raad behandelt de vraag of [verzoeker] als schuldeiser in het faillissement recht had op beroep tegen de beschikking van de rechter-commissaris.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Sercle Enterprises B.V. werd op 2 februari 2000 failliet verklaard, en de curator, mr. A.R.M. Berntsen, vroeg op 22 maart 2004 aan de rechter-commissaris om een machtiging om een procedure tegen [verzoeker] te starten. De rechter-commissaris verleende deze machtiging. [Verzoeker] stelde hiertegen beroep in, maar de rechtbank verklaarde hem niet-ontvankelijk, omdat hij niet als belanghebbende werd gezien.
In cassatie wordt betoogd dat [verzoeker] wel degelijk als belanghebbende moet worden aangemerkt, omdat hij een vordering op de failliete vennootschap heeft ingediend. De Hoge Raad overweegt dat de status van schuldeiser op zichzelf niet voldoende is om in hoger beroep te worden ontvangen. De Hoge Raad concludeert dat de rechtsklacht van [verzoeker] geen doel treft en dat hij niet in zijn beroep kan worden ontvangen. De conclusie van de A-G Franx wordt gevolgd, waarbij wordt gesteld dat niet iedere schuldeiser het recht heeft om beroep in te stellen op grond van artikel 67 lid 1 Fw. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep.