ECLI:NL:PHR:2005:AS3641
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep na niet-tijdige inschrijving
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van de eiser tot cassatie in zijn hoger beroep. De eiser, die betrokken was bij een ongeval op een kartcircuit, had eerder een vordering ingesteld tegen de verweerders, maar zijn hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard door het hof. De eiser had op 25 juli 2001 een herstelexploot uitgebracht, maar deze werd niet op de juiste wijze ingeschreven, omdat de aangezegde rechtsdag niet overeenkwam met een zittingsdag van het hof. De Hoge Raad oordeelt dat niet-tijdige inschrijving ter rolle in beginsel leidt tot niet-ontvankelijkheid van de vordering. De eiser had de zaak niet op de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag ingeschreven, wat een fout was die hersteld had kunnen worden met een herstelexploot. Echter, het herstelexploot dat op 25 juli 2001 werd uitgebracht, bevatte een aanzegging van een dag waarop het hof geen zitting hield, waardoor het niet kon worden ingeschreven. De Hoge Raad bevestigt dat de eiser niet in zijn hoger beroep kan worden ontvangen, omdat het appel na 25 juli 2001 niet meer aanhangig was. De conclusie van de A-G strekt tot verwerping van het cassatiemiddel, omdat de rechtsstrijd niet stilzwijgend kon worden aangegaan op het tweede herstelexploot, en de eiser niet tijdig heeft gehandeld volgens de vereisten van het procesrecht.