ECLI:NL:PHR:2004:AP1662
Parket bij de Hoge Raad
- M.J. de Vries Lentsch-Kostense
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van ouders voor schade veroorzaakt door minderjarige kinderen in een spelsituatie
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van ouders voor schade die hun minderjarige kinderen hebben veroorzaakt tijdens een spelsituatie. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 12 januari 1999, waarbij een minderjarige jongen, [de zoon], gewond raakte door toedoen van een andere minderjarige, [de dochter]. De ouders van [de zoon] hebben de ouders van [de dochter] aangeklaagd op basis van artikel 6:169 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dat ouders aansprakelijk stelt voor schade veroorzaakt door hun kinderen jonger dan veertien jaar. De rechtbank en het hof hebben geoordeeld dat de ouders van [de dochter] aansprakelijk zijn voor de schade die [de zoon] heeft geleden, omdat [de dochter] onrechtmatig heeft gehandeld door [de zoon] op de grond te werpen. De ouders van [de dochter] hebben cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 12 november 2004 geoordeeld dat de ouders van [de dochter] aansprakelijk zijn voor de schade die [de zoon] heeft geleden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de handeling van [de dochter] niet kan worden gekwalificeerd als een gangbare reactie op het gedrag van [de zoon], die een sneeuwbal naar haar gooide. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen reden is om een lichtere zorgvuldigheidseis toe te passen, zoals soms het geval is in spelsituaties tussen kinderen. De Hoge Raad heeft de conclusie van het hof bevestigd dat de ouders van [de dochter] aansprakelijk zijn voor de schade, omdat de handeling van [de dochter] onrechtmatig was en niet kan worden beschouwd als een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de verantwoordelijkheid van ouders voor de daden van hun minderjarige kinderen en de toepassing van de wettelijke bepalingen omtrent aansprakelijkheid in situaties waarin kinderen met elkaar interageren. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van aansprakelijkheid in spelsituaties tussen kinderen verduidelijkt en de rol van ouders in dergelijke situaties onder de loep neemt.