ECLI:NL:PHR:2003:AJ0502
Parket bij de Hoge Raad
- J.M.H. van der Meer
- A.T. de Vries Lentsch-Kostense
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van Stichting Ziekenhuis Gooi Noord voor suïcidepoging van patiënt
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de Stichting Ziekenhuis Gooi Noord voor de schade die eiser, een patiënt met spierdystrofie, heeft geleden na een suïcidepoging. Eiser was op 1 juli 1992 opgenomen op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis en heeft in de nacht van 31 juli op 1 augustus 1992 geprobeerd uit een raam te springen. Hij stelde de Stichting aansprakelijk, omdat hij meende dat het raam niet goed was afgesloten en dat er onvoldoende toezicht op hem was gehouden. De Stichting betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat het raam goed was afgesloten en dat er adequaat toezicht was gehouden.
De Rechtbank oordeelde in een tussenvonnis dat de rookhuiskamer was voorzien van afsluitbare ramen die alleen met een speciale sleutel konden worden geopend. Eiser werd toegelaten tot bewijs dat hij uit een ander raam was gesprongen dat niet goed was afgesloten. In een eindvonnis werd de vordering van eiser afgewezen, omdat hij niet had bewezen dat hij uit een ander raam was gesprongen. Eiser ging in hoger beroep, maar het Hof bevestigde de eerdere uitspraken en oordeelde dat de Stichting niet verwijtbaar had gehandeld.
In cassatie werd de vraag aan de orde gesteld of het Hof terecht had geoordeeld dat eiser niet had bewezen dat het raam niet deugdelijk was afgesloten. De conclusie van de Procureur-Generaal was dat het Hof de vordering van eiser ten onrechte had afgewezen, omdat niet was aangetoond dat het slot van het raam niet voldeed aan de eisen van een psychiatrische afdeling. De Hoge Raad vernietigde de bestreden arresten en verwees de zaak voor verdere behandeling.