ECLI:NL:PHR:2002:AE2119
Parket bij de Hoge Raad
- mr. De Vries Lentsch-Kostense
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verjaring en cessie in schadevergoedingzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure waarin de vraag centraal staat of de vordering van eiseres tot schadevergoeding, die is ontstaan op 29 september 1987, al dan niet was verjaard ten tijde van de cessie aan NRS, die later AXA werd. De eiseres, die in cassatie verweerster is, betoogt dat de verjaring van de vordering niet tijdig is gestuit, terwijl AXA/NRS dit betwist. De Hoge Raad behandelt de rechtsvraag of de aanmaning van 11 juli 1989, die door eiseres is ingediend, de verjaring heeft gestuit volgens het oude recht, dat van toepassing was op het moment van de schade. De rechtbank had eerder geoordeeld dat NRS door een tweede cessie rechthebbende was geworden op de vordering, maar het Hof heeft deze cessie als niet bestaand buiten beschouwing gelaten. Dit leidde tot de vraag of de derde cessie rechtsgeldig was en of de verjaring was gestuit door de dagvaarding van 8 november 1990. De Hoge Raad concludeert dat het Hof heeft miskend dat de verjaring niet was gestuit door de aanmaning, omdat deze niet was betekend door een daartoe bevoegde ambtenaar. De conclusie van de Hoge Raad strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en verwijzing ter verdere behandeling en beslissing.