ECLI:NL:PHR:2002:AD8198
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis en motiveringsklachten
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch, waarin een machtiging tot voortgezet verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis is verleend aan een betrokkene met een geestelijke stoornis. De officier van justitie diende op 8 oktober 2001 een vordering in, waarop de rechtbank op 2 november 2001 de machtiging verleende voor de duur van één jaar. De betrokkene, geboren in 1941, lijdt aan chronische schizofrenie en vertoont gedrag dat gevaarlijk kan zijn voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft de machtiging verleend op basis van de gevaren die voortvloeien uit de geestelijke stoornis van de betrokkene, zoals zelfverwaarlozing en agressie naar anderen.
In het cassatieberoep wordt geklaagd over de motivering van de rechtbank, die volgens de betrokkene onvoldoende inzicht biedt in de overwegingen die hebben geleid tot de machtiging. De rechtbank heeft enkel verwezen naar de overgelegde stukken en de gehouden verhoren, zonder expliciet aan te geven welk gevaar zij aanwezig achtte en op welke gronden. De Hoge Raad oordeelt dat de motivering niet voldoet aan de minimumeisen, omdat de lezer niet kan begrijpen waarom de rechtbank tot haar beslissing is gekomen. De conclusie van de Hoge Raad is dat de bestreden beschikking moet worden vernietigd en de zaak moet worden verwezen naar het hof van het ressort voor verdere behandeling.