ECLI:NL:PHR:2001:ZD2765
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek in het kader van de Wet Mulder en de procedure bij de Hoge Raad
In deze zaak heeft [betrokkene] op 10 februari 2000 een beroep in cassatie ingesteld tegen een beslissing van het gerechtshof te Leeuwarden van 9 februari 2000. Het hof had zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het hoger beroep dat [betrokkene] had ingesteld tegen een eerdere beslissing van de rechtbank te Leeuwarden van 13 oktober 1999. In deze beslissing was [betrokkene] niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek tegen de kantonrechter te Beetsterzwaag, dat was ingediend in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De Hoge Raad oordeelt dat [betrokkene] niet de juiste procedure heeft gevolgd, zoals voorgeschreven in de artikelen 449 en 450 van het Wetboek van Strafvordering. De verplichte procedure vereist dat men via de griffie van het gerecht tegen welks beslissing men een rechtsmiddel wil instellen, een akte opmaakt. De Hoge Raad benadrukt dat de déformalisering van het instellen van rechtsmiddelen niet zo ver is gevorderd dat men rechtstreeks bij de Hoge Raad beroep kan instellen zonder de juiste procedure te volgen. Dit zou leiden tot chaos in het rechtsmiddelenstelsel.
Daarnaast wordt opgemerkt dat de WAHV in artikel 12a bepaalt dat de artikelen 512 tot en met 519 van het Wetboek van Strafvordering, die betrekking hebben op wraking en verschoning van rechters, ook van toepassing zijn op de procedure bij het kantongerecht. Dit betekent dat de rechtbank in het rechtsgebied van het kantongerecht de bevoegde instantie is om kennis te nemen van een wrakingsverzoek. Het gerechtshof heeft terecht geoordeeld dat het zich onbevoegd achtte om kennis te nemen van het geschil, en [betrokkene] is niet-ontvankelijk in zijn poging om beroep in cassatie aan te wenden. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt primair tot niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep, en subsidiair tot niet-ontvankelijkheid van het ingestelde beroep.