ECLI:NL:PHR:2001:ZC3408
Parket bij de Hoge Raad
- A.G. Hartkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kredietverlening en schadevergoeding tussen Standard Holland Group B.V. en ING Bank N.V.
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Standard Holland Group B.V. (hierna: Standard) en ING Bank N.V. (hierna: de bank) over een kredietverlening en de gevolgen daarvan. Begin maart 1993 sloten Standard en Stichting Het Wereld Natuurfonds (WNF) een samenwerkingsovereenkomst om nieuwe donateurs te werven. De bank verstrekte op 2 maart 1993 een krediet aan WNF en Standard, waarbij de kredietfaciliteiten gezamenlijk door WNF en Standard konden worden aangewend. De televisiewervingsactie vond plaats op 3 september 1993, waarna WNF een deel van het krediet aflost. In 1994 ontstond er een geschil tussen Standard en WNF over de afrekening na de wervingsactie, wat resulteerde in een schikking waarbij WNF een bedrag aan Standard betaalde. Dit bedrag werd echter niet aan de bank overgemaakt, wat leidde tot de opzegging van de kredietverlening door de bank op 12 december 1994.
De bank dagvaardde Standard in 1995 voor de rechtbank Amsterdam, waarbij zij betaling van het openstaande debetsaldo vorderde. De rechtbank wees de vordering van de bank toe, maar wees de tegenvordering van Standard af. In hoger beroep stelde Standard dat de bank wanprestatie had gepleegd door betalingen te verrichten zonder toestemming van Standard. Het hof oordeelde dat de bank inderdaad wanprestatie had gepleegd, maar dat Standard geen schade had geleden, omdat de betalingen binnen de projectkosten vielen die Standard verschuldigd was.
Standard ging in cassatie, waarbij zij aanvoerde dat het hof had miskend dat de vraag of zij schade had geleden irrelevant was, omdat de betalingen ongeautoriseerd waren. De Hoge Raad oordeelde dat het hof het verweer van Standard niet had gelezen, maar dat dit niet tot cassatie leidde, omdat Standard zich in de feitelijke instanties had geconcentreerd op de vraag van wanprestatie en schadevergoeding. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot verwerping van het beroep.