ECLI:NL:PHR:2000:AA8450
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Bakels
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstandsuitkering en inlichtingenplicht van verzoekers
In deze zaak gaat het om een terugvorderingsprocedure van bijstandsuitkeringen die door de gemeente Delfzijl aan verzoekers [verzoeker 1] en [verzoeker 2] zijn verstrekt. De gemeente heeft de uitkeringen beëindigd en teruggevorderd op basis van de stelling dat verzoekers hun inlichtingenplicht hebben geschonden door geen melding te maken van hun inkomsten uit arbeid. De rechtbank heeft in eerste instantie geoordeeld dat verzoeker 1, die strafrechtelijk was vrijgesproken van valsheid in geschrift, zijn inlichtingenplicht had geschonden. Verzoekers hebben cassatie ingesteld tegen deze beslissing.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het bewijsaanbod van verzoeker 1, dat niet gespecificeerd was, niet in behandeling werd genomen. De Hoge Raad benadrukt dat in civiele procedures de bewijslast anders ligt dan in strafzaken en dat de vrijspraak in de strafzaak niet automatisch betekent dat de civiele vordering moet worden afgewezen. De Hoge Raad heeft de bestreden beschikking vernietigd en de zaak verwezen naar het hof Leeuwarden voor verdere behandeling.
De zaak illustreert de complexiteit van de verhouding tussen civielrechtelijke en strafrechtelijke oordelen, vooral in situaties waarin de inlichtingenplicht van bijstandsontvangers ter discussie staat. De Hoge Raad heeft de noodzaak benadrukt van een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden in dergelijke procedures.