ECLI:NL:PHR:2000:AA4279
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Hartkamp
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een vonnis inzake huurkoop en opschortingsrecht tegen de financier
In deze zaak gaat het om een geschil tussen huurkopers en een financier met betrekking tot een tripartite lease-overeenkomst voor keukenmeubilair en -apparatuur. De huurkopers hebben een aanbetaling gedaan en zich verplicht tot termijnbetalingen aan de financier. Na installatie van de keuken hebben de huurkopers klachten geuit over de deugdelijkheid van de geleverde zaken, wat hen heeft doen besluiten de termijnbetalingen op te schorten. De kantonrechter heeft de vordering van de financier tot betaling toegewezen, met de overweging dat de financier zijn verplichtingen als kredietverlener is nagekomen en dat klachten over de deugdelijkheid van de zaken enkel tegen de leverancier kunnen worden ingediend. De huurkopers hebben hiertegen tijdig cassatie ingesteld, waarbij zij zeven klachten hebben ingediend.
De Hoge Raad heeft in deze zaak geoordeeld dat de klachten van de huurkopers gegrond zijn. De rechtbank had volgens de Hoge Raad een onjuiste rechtsopvatting gehanteerd door te stellen dat de huurkopers geen opschortingsrecht tegen de financier konden uitoefenen. De Hoge Raad verwijst naar een eerder arrest waarin is vastgesteld dat er een verbondenheid bestaat tussen de verschillende contractuele relaties, wat betekent dat een vernietiging of ontbinding van de overeenkomst tussen de huurkoper en de leverancier ook gevolgen heeft voor de overeenkomst met de financier. De Hoge Raad concludeert dat de huurkopers hun opschortingsrecht tegen de financier kunnen uitoefenen, ondanks dat de financier de positie van de leverancier niet heeft overgenomen.
De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van het bestreden vonnis en verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad benadrukt dat de huurkopers in hun rechten niet benadeeld mogen worden en dat zij de gelegenheid moeten krijgen om hun stellingen aan te passen aan de nieuwe jurisprudentie.