ECLI:NL:PHR:2000:AA4276
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Hartkamp
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vonnissen inzake overuren en CAO-afwijkingen in arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een werknemer die in cassatie is gegaan tegen de vonnissen van de rechtbank, die zijn vorderingen inzake overuren en CAO-afwijkingen had afgewezen. De werknemer was in dienst bij een werkgever die party- en cateringservices verzorgde. De arbeidsovereenkomst, die op 11 februari 1994 was gesloten, vermeldde dat de werknemer een salaris ontving dat hoger was dan het CAO-salaris, maar dat de arbeidstijd kon worden overschreden zonder dat dit als overuren werd aangemerkt. De kantonrechter te Venlo had eerder de vorderingen van de werknemer toegewezen, maar de rechtbank te Roermond vernietigde deze beslissing in hoger beroep. De rechtbank oordeelde dat de werknemer, ondanks zijn hogere salaris, geen recht had op vergoeding van overuren, omdat de arbeidsovereenkomst en de CAO in dit geval niet strijdig waren. De werknemer stelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de afwijking van de CAO geoorloofd was, en dat de CAO-bepalingen over het basissalaris en overwerkvergoeding afzonderlijk beoordeeld moesten worden. In cassatie werd de vraag opgeworpen of de rechtbank de CAO-bepalingen correct had geïnterpreteerd en of de werknemer recht had op de gevorderde vergoedingen. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad concludeerde dat de bestreden vonnissen vernietigd moesten worden en dat de zaak ter verdere behandeling en beslissing verwezen moest worden. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank de relatie tussen de arbeidsovereenkomst en de CAO niet onjuist had beoordeeld, en dat de werknemer niet in zijn recht stond. De zaak benadrukt de complexiteit van de relatie tussen individuele arbeidsovereenkomsten en collectieve arbeidsovereenkomsten, en de noodzaak om deze zorgvuldig te toetsen aan de geldende wetgeving.