ECLI:NL:PHR:1999:ZD1744
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Fokkens
- Rechtspraak.nl
Verduistering en eigendomsrecht bij de teruggave van een personenauto
In deze zaak gaat het om de teruggave van een personenauto die in beslag is genomen na een aangifte van verduistering door autobedrijf X. Autobedrijf X had een Opel Astra Stationcar verkocht met de afspraak dat de aankoopsom vóór een bepaalde datum zou worden betaald. De koper heeft de auto meegenomen, maar heeft niet betaald en verkocht de auto door aan een ander. Uiteindelijk komt de auto bij klager terecht, die ook een autohandelaar is. Autobedrijf X doet aangifte van verduistering, waarna de auto onder klager in beslag wordt genomen. Beide partijen willen de auto terug, en de rechtbank moet oordelen wie een beter recht heeft op de auto.
De rechtbank oordeelt dat autobedrijf X een beter recht heeft op de auto, omdat klager de auto niet op een wijze heeft verkregen die hem beschermt ten opzichte van de oorspronkelijke eigenaar. Klager beroept zich op artikel 3:86 lid 1 BW, maar de rechtbank stelt dat de bescherming van dit artikel alleen geldt in geval van diefstal. De rechtbank concludeert dat de teruggave aan klager niet op het eerste gezicht redelijk en maatschappelijk verantwoord is, en verklaart het klaagschrift ongegrond.
In cassatie wordt het oordeel van de rechtbank ter discussie gesteld. De Procureur-Generaal stelt dat de rechtbank niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de koper geen eigenaar van de auto zou zijn geworden. De conclusie is dat de rechtbank niet heeft aangetoond dat er sprake is van diefstal in de zin van artikel 3:86 lid 3 BW. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.