ECLI:NL:PHR:1999:AA3835
Parket bij de Hoge Raad
- mr De Vries Lentsch - Kostense
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijsaanbod en bewijspositie in schadevergoedingzaak
In deze zaak heeft eiser, [eiser], cassatie ingesteld tegen een arrest van het Hof in een geschil met ABN AMRO Schadeverzekering N.V. over schadevergoeding wegens onrechtmatige daad. De Rechtbank had eerder geoordeeld dat er voldoende aanwijzingen waren dat [eiser] betrokken was bij de diefstal van zijn auto, en dat hij daarom de bewijslast had om aan te tonen dat hij niet betrokken was. Eiser stelde dat de Rechtbank ten onrechte had aangenomen dat hij betrokken was bij de diefstal en dat zijn bewijsaanbod niet correct was behandeld. Het Hof oordeelde dat de Rechtbank terecht had geoordeeld dat ABN AMRO voldoende feiten had aangedragen om de vordering te onderbouwen, en dat het aan [eiser] was om tegenbewijs te leveren. Eiser had echter slechts in algemene termen een bewijsaanbod gedaan, wat volgens het Hof niet voldeed aan de eisen die in hoger beroep gesteld worden. Het Hof verwierp het bewijsaanbod van [eiser] en oordeelde dat de vordering van ABN AMRO voor toewijzing gereed lag. In cassatie werd betoogd dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat het bewijsaanbod van [eiser] gespecificeerd moest zijn, en dat het Hof te strenge eisen had gesteld aan het bewijsaanbod. De conclusie van de Procureur-Generaal was dat het bestreden arrest vernietigd moest worden en dat de zaak verwezen moest worden voor verdere behandeling.