ECLI:NL:PHR:1998:AA2391
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Van Soest
- Rechtspraak.nl
Cassatie over loonbelasting en identificatieplicht in relatie tot privacyrechten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam. De belanghebbende, aangeduid als X, was in dienst bij ziekenhuis A en had geweigerd haar paspoort ter inzage te geven aan haar werkgever. De werkgever had over oktober 1995 loonbelasting ingehouden tegen een tarief van 60%, wat in geschil was. Het hof oordeelde in het voordeel van de belanghebbende, wat leidde tot het cassatieberoep van de staatssecretaris. De zaak draait om de vraag of de identificatieplicht en het anoniementarief in strijd zijn met het recht op privacy zoals vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De conclusie van de Procureur-Generaal was dat de verplichting om persoonlijke gegevens te verstrekken aan de werkgever niet als een inbreuk op het privéleven kan worden aangemerkt, mits deze gegevens noodzakelijk zijn voor de loonheffing. De Procureur-Generaal concludeerde dat de bestreden uitspraak van het hof vernietigd moest worden en dat de uitspraak van de inspecteur bevestigd kon worden. De zaak belicht de spanning tussen belastingwetgeving en privacyrechten, en de noodzaak voor een evenwichtige benadering van identificatieplicht en bescherming van persoonlijke gegevens.