ECLI:NL:PHR:1997:4
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Van Dorst
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen beschikking van het gerechtshof te Arnhem inzake verzet tegen dwangbevel
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de verzoekster tegen een beschikking van het gerechtshof te Arnhem. Het hof had het verzet van de verzoekster tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel ongegrond verklaard. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.Th. Hummels, stelde dat zij financieel niet in staat was om de vereiste zekerheid te stellen voor het verschuldigde bedrag van f 1.097,27, zoals voorgeschreven door artikel 575 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Mr. Hummels betoogde dat het recht op toegang tot de rechter, zoals gewaarborgd door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), zou moeten leiden tot een ontheffing van deze verplichting tot zekerheidstelling.
De Hoge Raad overweegt dat de jurisprudentie met betrekking tot de toegang tot de rechter in WAHV-zaken niet van toepassing is op de situatie van de verzoekster. In dit geval is er geen sprake van een financiële drempel die de toegang tot de rechter belemmert, aangezien er tegen het dwangbevel verzet openstaat bij de rechter zonder dat er een financiële zekerheid vereist is. De Hoge Raad concludeert dat de verzoekster in haar cassatieberoep niet-ontvankelijk is, omdat zij niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 575 lid 3 Sv. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt dan ook tot niet-ontvankelijkverklaring van de verzoekster in haar cassatieberoep.