ECLI:NL:PHR:1997:26
Parket bij de Hoge Raad
- Fokkens
- Rechtspraak.nl
Hernieuwd beklag en ontvankelijkheid in strafzaken
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de arrondissementsrechtbank te Utrecht van 24 oktober 1996, waarbij klaagster niet-ontvankelijk is verklaard in haar beklag. Klaagster had eerder op 16 november 1995 een klaagschrift ingediend tegen de inbeslagneming van goederen, waarop de rechtbank op 15 februari 1996 ten gronde had beslist. De raadsman van klaagster, mr. D.W.H.M. Wolters, stelde dat de rechtbank klaagster ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard, omdat er nieuwe feiten of omstandigheden zouden zijn die hernieuwd beklag mogelijk zouden maken.
De Hoge Raad oordeelt dat hernieuwd beklag alleen mogelijk is op basis van nieuwe feiten en omstandigheden. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat klaagster niet-ontvankelijk is, omdat er geen relevante nieuwe omstandigheden zijn aangevoerd. De Hoge Raad verwijst naar eerdere rechtspraak waarin is vastgesteld dat de ontvankelijkheid van het beklag in geding kan zijn indien niet aan de voorwaarden voor hernieuwd beklag is voldaan. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het cassatieberoep moet worden verworpen, omdat er geen nieuwe argumenten zijn gepresenteerd die een inhoudelijke behandeling rechtvaardigen. Het beroep wordt afgewezen, en klaagster kan niet in haar beklag worden ontvangen.