ECLI:NL:PHR:1996:AD2500
Parket bij de Hoge Raad
- De Wet Terwee
- Rechtspraak.nl
Cassatie in strafzaken na verwijzing door de Hoge Raad met betrekking tot noodweer en procesorde
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep na een verwijzing door de Hoge Raad. De Hoge Raad had eerder, op 18 oktober 1994, de uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam vernietigd en de zaak verwezen naar het hof te 's-Gravenhage voor een nieuwe berechting. De verdachte had in de nieuwe procedure een beroep gedaan op noodweer, maar het hof had dit verweer niet in zijn uitspraak behandeld. De verdediging stelde dat het hof had moeten reageren op het verweer, omdat de verdachte in de eerdere procedure niet in de gelegenheid was gesteld om zich te verdedigen. De steller van het cassatiemiddel betoogde dat de Hoge Raad had verzuimd om de schending van verdragsrechten vast te stellen, wat gevolgen zou moeten hebben voor de uitspraak van het hof. De conclusie van de Procureur-Generaal was dat het voorgestelde cassatiemiddel niet zou slagen en dat het beroep verworpen moest worden. De zaak illustreert de complexiteit van de rechtsgang en de noodzaak voor de rechter om adequaat te reageren op verweren van de verdediging, vooral in het licht van internationale verdragsverplichtingen.