ECLI:NL:PHR:1994:AC1452
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Meijers
- Rechtspraak.nl
Cassatie van administratieve sanctie wegens overschrijding termijn toezending beschikking
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de officier van justitie tegen een beslissing van de kantonrechter die een administratieve sanctie heeft vernietigd. De sanctie was opgelegd voor het parkeren op de stoep, en de kantonrechter oordeelde dat de beschikking niet binnen de voorgeschreven termijn van drie maanden na de gedraging was toegezonden. De officier van justitie betoogde dat de kantonrechter ten onrechte had geoordeeld dat de beschikking moest worden vernietigd vanwege deze termijnoverschrijding. De Hoge Raad overweegt dat de termijn van drie maanden, zoals vastgelegd in artikel 4.2 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), een waarborgnorm is voor de betrokkene. De Hoge Raad concludeert dat de overschrijding van de termijn niet automatisch leidt tot vernietiging van de beschikking, tenzij de betrokkene door de overschrijding in zijn belangen is geschaad. In dit geval was er geen bewijs dat de betrokkene door de dertien dagen vertraging in zijn belangen was geschaad. De Hoge Raad oordeelt dat de kantonrechter van een onjuiste rechtsopvatting is uitgegaan en dat de beslissing niet in stand kan blijven. De zaak wordt terugverwezen naar de kantonrechter voor verdere behandeling.