ECLI:NL:PHR:1994:32

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
15 maart 1994
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
96.807
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Meijers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot oplichting bij tankstation met niet op naam staande creditcard

In deze zaak gaat het om een verdachte die op 15 maart 1994 bij een tankstation heeft geprobeerd om benzine en sigaretten te betalen met een creditcard die niet op zijn naam stond. Toen de betaling niet lukte, is hij met de getankte benzine weggereden, maar zonder de sigaretten. De Hoge Raad behandelt de klacht van de verdachte dat de bewezenverklaring van poging tot oplichting geen steun vindt in de gebezigde bewijsmiddelen. De verdachte stelt dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat het gaat om een voltooid delict, omdat hij de benzine daadwerkelijk heeft getankt. De Hoge Raad oordeelt dat het hof de term 'afgifte' in de juiste betekenis heeft opgevat en dat deze opvatting niet in strijd is met de wet. De Hoge Raad concludeert dat de bewezenverklaring verbeterd kan worden door de verwijzing naar de benzine te schrappen, maar dat dit niets verandert aan de ernst van het verwijt aan de verdachte. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat het beroep van de verdachte moet worden verworpen.

Conclusie

J.M.
Nr. 96.807
Zitting 15 maart 1994
Mr. Meijers
Conclusie inzake:
[verdachte]
Edelhoogachtbaar College,
De klacht van het middel is dat de bewezen verklaarde poging tot oplichting geen steun vindt in de gebezigde bewijsmiddelen. Daaruit zou immers blijken dat het, gedeeltelijk, om een voltooid delict gaat: verzoeker heeft voor ƒ 10,- benzine getan kt en wilde de benzine en een slof sigaretten betalen met behulp van een creditcard die niet op zijn naam stond. Toen dit niet lukte, is hij met de getankte benzine en zonder sigaretten weggereden.
Het middel stelt terecht dat van poging tot het doen afgeven van benzine geen sprake is. Ik neem aan dat het hof bij het overnemen van de bewezenverklaring van de eerste rechter bij vergissing de woorden ‘’en een hoeveelheid benzine’’ niet heeft geschrapt. De Hoge Raad kan op grond van de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen de bewezenverklaring verbeterd lezen. Verzoekers manipulatie met de creditcard staat vast. Het schrappen van de verwijzing naar de benzine uit de bewezenverklaring verandert niets aan de aard en de ernst van het aan verzoeker gemaakte verwijt. Vergelijkbare hersteloperaties treft men aan in HR DD 91.305 (bewezenverklaring ontdaan van ‘’althans alleen’’), HR DD 92.292 (‘’en/of borsten’’ moet zijn: of borsten) en HR DD 93.281 (kenteken uit bewezenverklaring verwijderd). Met de verbetering komt de grond van het middel te vervallen.
De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden,