Conclusie
Korte beschrijving van de zaak.
De ontwikkeling van de rechtsstrijd.
Fiscaal-rechtelijke kwalificatie van de feiten( ... ) De bank creëert toonderpapier. Van meet af aan ontbreekt de bedoeling om dit papier met rentecoupon uit te geven. De bank houdt de rentecoupons zelf. De gepresenteerde "verkoop" van de "bloot eigendom" van de toonderpapieren is te kwalificeren als de uitgifte van toonderpapier beneden pari. De facto wordt er door de bank geld geleend van de belegger. ( ... ) (blz. 7) ( ... ) Op grond van ( ... ) hetgeen hiervoor is aangevoerd verdedig ik primair dat tussen partijen niet meer tot stand is gekomen dan een verkoop van nihil-rentende toonderpapieren tegen de contante waarde van die papieren door de bank aan de beleggers ( ... )
FRAUS LEGISZo uw Hof mijn primaire stelling mocht verwerpen, verdedig ik subsidiair dat doel en strekking van het wettelijk begrip inkomsten uit vermogen ( ... ) zouden worden miskend indien de aangroei tot het zogenaamde nominale bedrag der waardepapieren niet als rente zou worden belast. ( ... ) (blz. 8) ( ... ) Niet is gebleken dat een belegger daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt en kon maken van de (theoretische) mogelijkheid de rentecoupons erbij te kopen. ( ... )"
335.510,00
Standpunten van partijen. ( ... ) Ter zitting heeft gemachtigde op vragen van het Hof verklaard geen nadere toelichting te kunnen geven op de inhoud van de overeenkomst tussen de CDK-bank als emittent van de lening en [A] B.V. als inschrijfster op die lening, in het bijzonder niet omtrent de hoogte van de hoofdsom der lening noch omtrent de aan de op de spaarbiljetten vermelde bedragen ten grondslag liggende becijferingen. ( ... ) Ter zitting heeft de Inspecteur op vragen van het Hof verklaard geen nadere toelichting te kunnen geven op de inhoud van de overeenkomst tussen de CDK-bank als emittent van de lening en [A] B.V. als inschrijfster op die lening, in het bijzonder niet omtrent de wijze waarop de CDK-bank de lening in haar boeken heeft verwerkt."
Inkomsten uit geldlening.
rechten, al dan niet door effecten of andere documenten vertegenwoordigd. (lid 3, 1e volzin) Als
opbrengstvan roerend kapitaal, aldus art. 31, lid 1, worden de
vruchtenvan dat kapitaal beschouwd. (2e volzin) Moet dit woord vruchten worden opgevat in den zin, waarin het in het Burgerlijk Wetboek is gebezigd? (3e volzin) Bestaan de
vruchtenin niets meer, maar ook niets minder, dan datgene wat bij vruchtgebruik aan den vruchtgebruiker toekomt? (lid 4, 1e volzin) ( ... ) kennisneming van art. 31 leert, dat deze vragen ontkennend moeten worden beantwoord. (2e volzin) Menigmaal trekt het Besluit in art. 31 een grens tusschen bron en vrucht op zijn eigen wijze, passend bij zijn eigen stelsel. (3e volzin) In de gevallen echter, waarin het Besluit niet een eigen antwoord op de vraag naar de scheiding tusschen waardeverandering van de bron eenerzijds en de vrucht anderzijds geeft, is een aansluiting aan het privaatrecht gewild, voor zoover deze tot een uitkomst kan leiden, welke in de economie van het Besluit past. (4e volzin) Wie een obligatie ( ... ) afgelost krijgt ( ... ) tegen een anderen koers dan die, waartegen hij de obligatie heeft verworven, geniet geen inkomsten, indien de ( ... ) aflossingskoers hooger is, dan de koers van verwerving was. (lid 5, 1e volzin) Anders dan bij obligatiën, waar de interest in beginsel in termijnen vervalt (al is economisch het disagio, dat bij de uitgifte heeft gegolden, stellig óók interest, welke bij de aflossing-à-pari wordt genoten) ligt, volgens art. 31, de zaak bij wissels ( ... ) (2e volzin) Volgens art. 31, lid 1, 5°., wordt toch het wisseldisconto beschouwd als een vrucht van het kapitaal, dat bij de aanschaffing van den wissel in dit papier is gestoken. (lid 6) Het verschil in fiscale behandeling tusschen met disagio uitgegeven obligatiën aan den eenen kant, en gedisconteerde wissels aan den anderen kant, is niet geheel consequent, doch uitsluitend ingegeven door practische overwegingen."
De rechtsverhouding tussen CDK-bank en [A].
De te nemen beslissing.
Conclusie.