"(blz. 57, rechterkolom, laatste al., 9e volzin) Een ( ... ) regeling welke èn bij tussentijdse winstuitdelingen èn bij liquidatie-uitkeringen met de in het verleden betaalde aanmerkelijk-belangbelasting rekening zou houden, zou ( ... ) bijzonder ingewikkeld zijn. (10e volzin) Bij de voorgestelde beperkte verrekening ter gelegenheid van de liquidatie van de n.v. doen de ( ... ) complicaties zich niet voor, omdat deze een eenvoudig formeel aanknopingspunten de - eenmaal voorkomende - liquidatie en voor de te verrekenen belasting kan uitgaan van de laatste verkrijgingsprijs. (11e volzin) In dit verband zij er ook de aandacht op gevestigd, dat men de liquidatie van de n.v. voor de aanmerkelijk-belanghouder kan zien als de laatste vervreemding van zijn aandelen. (12e volzin) In dat slotstadium staat vast dat de n.v. geen nieuwe winsten of verliezen kan maken, dat ook een verdere vervreemding van de aandelen niet te verwachten is en dat alle reserves, ook de oude, tot uitkering komen. (13e volzin) In die zienswijze past een eindafrekening, waarbij de vroegere vervreemdingswinsten als geanticipeerde (blz. 58, linkerkolom, 1e al., 1e, onvolledige, volzin) liquidatie-uitkeringen worden gezien en de daarover betaalde aanmerkelijk-belangbelasting als een "voorschot" op de belasting over de uitdelingen bij de formele liquidatie. (2e al., 1e volzin) Het ( ... ) geval, waarin buiten het kader van een liquidatie na aankoop van aanmerkelijk-belangaandelen winstuitdelingen worden gedaan uit meegekochte reserves, betreft situaties welke de grootaandeelhouders in de regel zelf in de hand hebben en welke zich in de praktijk wel zelden zullen voordoen. (2e volzin) Ook zij erop gewezen dat uitdeling van oude reserves op zichzelf de waarde van het aandelenpakket doet dalen. (3e volzin) Met name als gevolg van de regeling voor de compensatie van aanmerkelijk-belangverliezen, welke ( ... ) artikel 49b introduceert, zal dan ook bij een nieuwe overdracht van het pakket de vroeger betaalde aanmerkelijk-belangbelasting over dat waardeverschil worden verrekend, zodat de dubbele heffing uit het verleden dan weer ongedaan wordt gemaakt. (3e al.) Op grond van het vorenstaande en mede in aanmerking genomen dat ook de tariefsverlaging tot 20 pct. de dubbele heffing belangrijk verzacht, menen de ondergetekenden dat het geen aanbeveling verdient de verrekeningsregeling uit te breiden tot zgn. tussentijdse winstuitdelingen uit oude reserves. (5e al., 3e volzin) Een lange termijn is hier noodzakelijk om te voorkomen dat aandeelhouders die geen aanmerkelijk belang hebben, met het oog op een liquidatie hun aandelen in aanmerkelijk-belangporties samenbrengen ten einde de reductie wegens aanmerkelijk-belangbelasting deelachtig te worden. (blz. 59, rechterkolom, laatste al., 2e volzin) ( ... ) het [is] een eis van een redelijke belastingheffing dat, indien men voordelen bij vervreemding van aanmerkelijk-belangaandelen tot het belastbare inkomen rekent, ook de nadelen uit dien hoofde op gelijke wijze fiscaal dienen te worden vergolden. (3e volzin) Ook van meer theoretisch standpunt gezien past de verliescompensatie zeer wel in de ge- (blz. 60, linkerkolom, 1e al., 1e, onvolledige, volzin) dachte dat de aanmerkelijk-belangbelasting in zekere zin het karakter heeft van een voorschot op de inkomstenbelasting van de liquidatie-uitkeringen. (2e volzin) Blijkt ten gevolge van vervreemdingsverliezen dat het reeds betaalde voorschot geheel of ten dele ten onrechte is betaald, dan ligt het in de rede het teveel betaalde bedrag te restitueren. (2e al., 4e volzin) In het realiseren van potentiële verliezen op de grondslag van prijzen welke de werkelijke waarde van de aandelen weergeven, kunnen de ondergetekenden geen misbruik van de compensatieregeling zien. (blz. 61, rechterkolom, 7e al., 1e volzin) De bezwaren van [verschillende] leden tegen de voorgestelde regeling voor de verrekening van aanmerkelijk-belangbelasting met de inkomstenbelasting van liquidatie-uitkeringen begrijpen de ondergetekenden aldus, dat de regeling enerzijds niet altijd alle in het verleden betaalde aanmerkelijk-belangbelasting zou verrekenen, en anderzijds tot reductie van belasting kan leiden waar deze niet op haar plaats is. (2e volzin) Dit is een bezwaar dat inherent is aan elke regeling welke ter wille van de uitvoerbaarheid een globaal karakter moet hebben en waarbij men bovendien op een verkeerd gebruik bedacht moet zijn. (3e volzin) Juist de tien-jaars-termijn in artikel 49a beoogt zulk een gebruik te keren. (4e volzin) Ondanks het benaderende karakter menen de ondergetekenden, dat het feitelijke resultaat van de ontworpen compensatieregeling in ruime mate tegemoetkomt aan het euvel, dat de bestaande regeling tot dubbele heffing leidt. (blz. 97, linkerkolom, 3e al., 1e volzin) ( ... ) de regeling van artikel 49a ( ... ) is uitgebreid met een tegemoetkomende voorziening, welke ten doel heeft het verlies te honoreren dat de aanmerkelijk-belanghouder lijdt ingeval de liquidatie-uitkering minder bedraagt dan het verschil tussen het bedrag dat hij voor de aandelen heeft betaald en het daarop gestorte kapitaal. (2e volzin) Aangezien een liquidatie geen vervreemding is, wordt dit geval niet bestreken door de verliesregeling van artikel 49b."
De zojuist uit blz. 97 geciteerde passage doelt op de Tweede nota van wijziging, nr. 20, onder XXXIII, waarbij in art. 49a de beperking "voor zover dat verschil niet meer bedraagt dan die inkomsten" werd teruggenomen.