Conclusie
Nr. 84.770
Zitting 3 januari 1989
[verdachte]
De toelichting op het middel, die naar haar aard bedoelt het middel te verduidelijken, heeft mij niet geheel duidelijk gemaakt op grond waarvan de bewijsgaring onrechtmatig was.
Het forceren van de voordeur en tegen de wil van de rechtmatige bewoner betreden van de woning door 5 a 6 opsporingsambtenaren lijkt op zich niets onrechtmatigs in te houden nu de opsporingsambtenaren in het bezit waren van een bijzondere schriftelijke last tot binnentreden van de woning. Dat men - zoals in het proces-verbaal van binnentreden vermeld - van ongeveer 14.10 uur tot 16.00 uur in deze kleine woning is geweest, betekent uiteraard niet - zoals de toelichting op het middel wil - dat de opsporingsambtenaren onrechtmatige uitbreiding hebben gegeven aan hun bevoegdheid, gegrond op artikel 9, lid 3 en 6 van de Opiumwet en er een - verboden - huiszoeking van hebben gemaakt. Dat er geen sprake was van een huiszoeking had het hof op bladzijde drie van zijn arrest reeds op goede gronden overwogen en beslist.
bijzondereschriftelijke last van een der hulpofficieren van de officier van justitie. Méér niet.
als vreemdelingin Nederland verblijven bevatten.
als vreemdeling, reeds omdat niet geheel uitgesloten behoeft te zijn, dat wie ooit tot ongewenste vreemdeling is verklaard, later als niet meer vreemdeling in Nederland verblijft.